China scheidt naar buitenland vertrokken Oeigoeren van hun kinderen
Oeigoerse ouders die vanwege werk of studie naar het buitenland gingen, hebben hun kinderen vaak al jaren niet meer gezien of gesproken. Veel kinderen worden vastgehouden in 'weeshuizen' van de Chinese staat. Sommige kinderen zijn pas een paar jaar oud, stelt Amnesty International in een nieuw rapport.
De organisatie sprak met ouders die geen contact meer hebben met hun kinderen, die in sommige gevallen maar een paar jaar oud zijn.
"De meedogenloze massadetentiecampagne van China in Xinjiang heeft gescheiden families in een onmogelijke situatie gebracht. Kinderen mogen het land niet uit, terwijl hun ouders vervolging en willekeurige detentie te wachten staat als ze naar huis terugkeren om voor hun kinderen te zorgen", zegt Alkan Akad van Amnesty International.
Volgens Akad zijn de verhalen die ouders vertellen hartverscheurend. Dit is volgens hem pas "het topje van de ijsberg" wat betreft het lijden van de Oeigoerse families die van hun kinderen zijn gescheiden. "De Chinese autoriteiten moeten een einde maken aan hun harteloze beleid in Xinjiang. Zij moeten ervoor zorgen dat deze families zo snel mogelijk herenigd kunnen worden, zonder de angst dat ze naar een kamp worden gestuurd."
Amnesty interviewde zes Oeigoerse families, die in Nederland, Australië, Canada, Italië en Turkije wonen. Ze verlieten China vóór 2017, toen de Chinese autoriteiten de onderdrukking van de Oeigoeren en andere moslims intensiveerden.
Oeigoerse in Nederland heeft al jaren geen contact met zoon
De Oeigoerse Rizwangul werkte in 2014 als verkoper in Dubai en keerde jaarlijks naar Xinjiang terug om haar zoon te zien. In 2017 kreeg ze echter te horen dat het niet meer veilig was. Sindsdien heeft Rizwangul, die inmiddels in Nederland woont, geen contact meer met haar zoon, zus en vrienden in Xinjiang.
"Het is zo moeilijk voor anderen om te begrijpen wat ik voel", zegt Rizwangul. "Het enige wat mij op de been houdt, is dat ik wil weten dat hij leeft, dat het goed met hem gaat. Als ik nu met hem kon praten, zou ik zeggen: Vergeef me, ik heb je op deze wereld gezet, maar ik kon niet voor je zorgen; ik kon geen moeder voor je zijn."
China past een strategie van massarepressie uit ten opzichte van de Oeigoeren, een islamitisch minderheidsvolk uit de provincie Xinjiang. Naar schatting zeker een miljoen Oeigoeren worden 'heropgevoed' in detentiecentra die volgens mensenrechtenorganisaties meer weg hebben van concentratiekampen. Daar worden Oeigoerse vrouwen onder meer gedwongen gesteriliseerd, zeggen getuigen.
De Tweede Kamer nam eind februari een motie aan waarin de opstelling van China ten opzichte van de Oeigoeren wordt betiteld als genocide. Het demissionair kabinet wil nog niet van volkerenmoord spreken, totdat de VN of een internationaal hof die term gebruikt, maar stelt wel dat China "grootschalige mensenrechtenschendingen" pleegt in Xinjiang. Peking ontkent dat in alle toonaarden.