DNB hekelt gebrek aan slagkracht handelsorganisatie WTO
Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft in de loop der jaren haar slagkracht verloren en vormt daardoor indirect een risico voor het verdienmodel van een deel van de Nederlandse economie. Dat stelt De Nederlandsche Bank (DNB) in een woensdag verschenen onderzoek naar de veranderende internationale samenhangen.
"De WTO zou hervormd moeten worden", zegt Olaf Sleijpen, directeur monetaire zaken van DNB, in gesprek met NU.nl. De handelsorganisatie is in de loop van de afgelopen decennia uitgegroeid van een club van 18 landen tot een organisatie waar 164 landen bij zijn aangesloten.
Het is daardoor steeds moeilijker geworden om wereldomvattende handelsverdragen te sluiten, waar een open economie als de Nederlandse juist wel bij vaart. "Bovendien ligt de focus van de WTO op de klassieke handel, waarbij geen rekening wordt gehouden met de digitalisering en het feit dat producten worden samengesteld uit onderdelen die vanuit de hele wereld komen", zegt Sleijpen.
"De organisatie is niet met zijn tijd meegegaan." De WTO wordt ondanks het grote aantal leden gedomineerd door een aantal grote handelsblokken, waaronder de Europese Unie en de VS. "Onder president Donald Trump is er niet zoveel gedaan met de WTO, hopelijk komt daar onder Joe Biden verandering in", zegt de DNB-directeur.
Nederland kan, ook met steun van de EU, niks afdwingen. "Maar er is nu met een nieuwe wind uit de VS wel meer kans om de boel vlot te trekken", meent Sleijpen. Voor Nederland staat zo'n 40 procent van de toegevoegde waarde van de export op het spel, wat op jaarbasis neerkomt op ongeveer 85 miljard euro.
Dat is het deel van de uitvoer dat gevoelig is voor protectionisme; het beleid waarbij landen het moeilijk maken om goederen en diensten van het ene naar het andere land te exporteren.