Banken gaan schade 'spoofing' sneller vergoeden

Banken beloven dat zij klanten sneller compensatie betalen als zij slachtoffer zijn geworden van 'spoofing', maar daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. Minister Wopke Hoekstra van Financiën heeft daar afspraken over gemaakt met de financiële sector, zo schrijft hij vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer.

'Spoofing' is een vorm van fraude waarbij criminelen mensen geld afhandig maken door zich in sms- of chatberichten of via de telefoon voor te doen als een medewerker van de bank.

"Omdat bij deze vorm van fraude de betaling wettelijk gezien door de klant zelf is geïnitieerd, zijn banken niet verplicht tot compensatie van de schade", aldus Hoekstra. Sommige banken bieden die uit eigen beweging wel aan, maar daar bestonden tot dusver geen vaste afspraken over.

De Tweede Kamer riep Hoekstra kort geleden op desnoods de wet aan te passen om daar verandering in te brengen.

Voorwaarde voor compensatie is wel dat er "aantoonbaar en overtuigend" sprake is van misbruik door de naam of het telefoonnummer van de bank. Het slachtoffer moet daarnaast aangifte hebben gedaan bij de politie en een kopie van het proces-verbaal daarvan aan de bank verstrekken.

De vergoedingsregeling geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 bij ING, ABN AMRO, Rabobank en de Volksbank.

Een woordvoerder van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) zegt dat oplichters met spoofing heel overtuigend te werk gaan. De NVB heeft geen concrete cijfers over de schade maar zegt dat er dit jaar een sterke stijging is te zien. Volgens tv-programma Radar hebben criminelen op die manier dit jaar al voor 20 miljoen euro aan schade veroorzaakt.

De Consumentenbond is blij met de toezegging van de banken, maar wijst wel op losse eindjes. "Het is heel goed nieuws, zo vlak voor kerst, voor heel veel mensen. Daar zijn we blij mee. We zetten wel onze vraagtekens bij de datum 1 januari 2020. We weten dat ook mensen voor die tijd zijn gedupeerd. Waarom zou je die niet vergoeden? Daar willen we meer duidelijkheid over. Net als over toekomstige gevallen", zegt Sandra Molenaar, directeur van de Consumentenbond.