Extra heffing op Amerikaanse drank deed import met derde dalen
De importheffingen van de Europese Unie op Amerikaanse producten hebben het handelsvolume van deze producten flink omlaag gebracht. De Amerikaanse exporteurs hadden op de heffingen kunnen reageren door hun verkoopprijzen te laten zakken, maar deden dat niet, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het CBS onderzocht de gevolgen van de extra heffingen van 25 procentpunt die de EU in juni 2018 oplegde op 182 Amerikaanse producten, waaronder whiskey, vruchtensappen, staal en aluminium. Nederlandse bedrijven betaalden tussen juli 2018 en december 2019 44,5 miljoen euro meer voor deze producten, wat erop neer komt dat zij volledig opdraaiden voor de extra heffing.
De Amerikaanse dranken en andere producten werden daardoor duurder voor de consument in Europa, met als gevolg dat de import ervan geleidelijk daalde. Vanaf het moment dat de heffingen van kracht werden, is de import ervan in anderhalf jaar tijd met ongeveer een derde teruggelopen.
Importeurs blijken ook voorgesorteerd te hebben op de heffingen in de periode dat die er al aan zaten te komen. In het voorjaar van 2018 importeerden ze ongeveer 20 procent meer van de onderzochte producten, dus nog tegen de toen geldende lagere tarieven.
Het CBS stelt dat het mechanisme ook de andere kant op werkt. Als de VS hun importheffingen verhogen, compenseren Europese exporteurs dat evenmin in hun prijzen. Vervolgens draait de Amerikaanse importeurs en als gevolg de Amerikaanse consument op voor de hogere tarieven en zakt de handel in.
De laatste jaren zijn er veel wederzijdse tariefverhogingen geweest tussen de EU en de VS als gevolg van handelsspanningen. De onderzochte extra heffing van 2018 was met 25 procent wel buitensporig groot.