Huawei testte software die Oeigoeren herkende en China alarmeerde
Huawei heeft in 2018 software getest waarmee Chinese autoriteiten middels een 'Oeigoeren-alarm' op de hoogte gesteld konden worden als iemand uit de onderdrukte etnische groep op camera werd herkend, meldt The Washington Post dinsdag op basis van een intern document. Een woordvoerder van het Chinese bedrijf bevestigde de authenticiteit, maar zegt tegen de krant dat de software niet in de praktijk werd toegepast.
De Oeigoeren behoren tot een Turkssprekende etnische minderheid en leven vooral in de regio Xinjiang in het noordwesten van China. Het land zet de islamitische groep zwaar onder druk, onder meer door Oeigoeren in zogenoemde heropvoedingskampen te plaatsen.
Uit het document blijkt dat Huawei in 2018 met het bedrijf Megvii samenwerkte om de software te testen. Het is onduidelijk of de technologie in een van de drie producten zit die Huawei en Megvii momenteel samen verkopen, schrijft The Washington Post.
Een Huawei-woordvoerder zegt tegen de krant dat het "simpelweg om een test" ging en dat de software niet in de praktijk gebruikt werd. Een woordvoerder van Megvii zegt dat zijn systemen niet ontworpen zijn om etnische groepen te labelen.
Mensenrechtenorganisaties vrezen dat het gebruik van gezichtsherkenning om groepen mensen van elkaar te onderscheiden tot grootschalige discriminatie leidt. Bovendien wijzen zij op de onnauwkeurigheid van dit soort software.
Megvii werd in 2019 door de Verenigde Staten op een sanctielijst geplaatst vanwege betrokkenheid bij de Chinese surveillance en onderdrukking van Oeigoeren.