Groot-Brittannië wil broeikasgassen terugdringen met 68 procent in 2030
Groot-Brittannië wil de uitstoot van broeikasgassen dit decennium met ruim 68 procent verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. In 2050 moet het land zelfs helemaal CO2-neutraal zijn. De Britse regering schrijft donderdag in een verklaring dat het om de snelste reductie gaat van alle grote economieën.
Het land bereidt zich voor om mede-gastheer te zijn tijdens een virtuele klimaattop die op 12 december wordt gehouden. "Vandaag nemen we het voortouw met een ambitieuze nieuwe doelstelling om onze uitstoot tegen 2030 te verminderen, sneller dan welke grote economie dan ook", zei de Britse premier Boris Johnson in een verklaring.
Groot-Brittannië was vorig jaar het eerste G7-land (verder bestaande uit Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan en de Verenigde Staten) dat een uitstootdoel van nul stelde voor 2050.
Johnson onthulde vorige maand al zijn plannen hoe hij dit voor elkaar wil krijgen. Zo pleit hij voor "een groene industriële revolutie" die 250.000 banen zal creëren en ondersteunen. Het plan bevat een verbod op de verkoop van nieuwe auto's op benzine en diesel, verviervoudiging van offshore windenergie en opschaling van de waterstofproductiecapaciteit.
Volgens de premier gaat het terugdringen van de broeikasgassen alle landen aan, en zal hij daarom op de klimaattop aandringen bij andere wereldleiders om ambitieuze plannen op te stellen.
Klimaatakkoord van Parijs
De klimaattop op 12 december wordt precies vijf jaar gehouden nadat wereldleiders het klimaatakkoord van Parijs opstelden. In dat akkoord hebben bijna alle landen, zonder concrete plannen, afgesproken om de mondiale temperatuurstijging onder de 1,5 graden te houden. Landen mogen zelf bepalen hoe ze dat doel willen bereiken.
De Europese Unie kwam met de Green Deal, met als doel om in 2050 CO2-neutraal te zijn. Momenteel onderhandelen de lidstaten om de ambitie van 2030 aan te scherpen en tegen die tijd ten minste 55 procent minder uit te stoten dan in 1990. Verzet komt hierbij echter vooral vanuit Oost-Europese lidstaten, die nog erg afhankelijk zijn van steenkool.