Ministerie voorzichtig optimistisch over eerste onderzoekscijfers CoronaMelder
Het ministerie van Volksgezondheid is voorzichtig optimistisch over de eerste onderzoekscijfers rond de CoronaMelder. Goede vergelijkingen maken of harde conclusies trekken kan op dit moment nog niet, maar Ron Roozendaal, het hoofd corona-app van het ministerie, spreekt van een "goed begin" nu de eerste cijfers over de effectiviteit van de corona-app naar buiten zijn gebracht.
Sinds de landelijke introductie van de app CoronaMelder bleken 2.459 mensen na een melding positief te zijn getest op het coronavirus. Dat komt neer op een achtste (12,5 procent) van het totale aantal mensen dat zich na een melding liet testen, blijkt uit gegevens die het ministerie van Volksgezondheid heeft gedeeld met NU.nl.
De app heeft een vergelijkbaar doel als het onderzoek dat de GGD normaal gesproken uitvoert nadat een coronabesmetting wordt vastgesteld. Bij dit onderzoek probeert de GGD samen met de patiënt te achterhalen bij wie hij of zij in de buurt is geweest. Zo kunnen die personen erop gewezen worden dat zij mogelijk ook een besmetting hebben opgelopen.
Smartphones met CoronaMelder wisselen onderling signalen uit om die nabijheid te registreren. Zodra een gebruiker besmet blijkt, kan hij samen met de GGD de contacten uit dit anonieme logboek waarschuwen. Het idee is dat de app zo mensen kan waarschuwen die de coronapatiënt zich niet kan herinneren of niet kent.
Aantal coronatests na waarschuwing CoronaMelder:
12 oktober-18 oktober: 3.923 tests, waarvan 483 positief (12,3 procent)
19 oktober-25 oktober: 4.670 tests, waarvan 658 positief (14,1 procent)
26 oktober-1 november: 4.774 tests, waarvan 544 positief (11,4 procent)
2 november-8 november: 3.337 tests, waarvan 366 positief (11,0 procent)
9 november-15 november: 2.695 tests, waarvan 363 positief (13,5 procent)
16 en 17 november: 333 tests, waarvan 45 positief (13,5 procent)
CoronaMelder en GGD-onderzoek nu niet te vergelijken
Mensen die uit het GGD-contactonderzoek naar voren komen, testen in 9,6 procent van de gevallen positief, blijkt uit cijfers die het RIVM over de periode eind juni tot begin september publiceerde. Bij de groep contacten die niet binnen het huishouden vallen, is dat 6,7 procent.
In dat opzicht zou je kunnen zeggen dat de app met 12,5 procent succesvoller is, maar die vergelijking is nu niet te maken, zegt Roozendaal van het ministerie van Volksgezondheid woensdag in gesprek met journalisten.
Ten eerste gaat het om een periode in de zomer, terwijl de corona-app op 10 oktober landelijk in gebruik is genomen. Daarnaast is het reguliere GGD-contactonderzoek in grote mate stil komen te liggen. Ook is er overlap: de app waarschuwt waarschijnlijk ook huisgenoten. Tot slot zijn er aanwijzingen dat de CoronaMelder vaker geïnstalleerd is door mensen die bewuster met de coronamaatregelen omgaan, wat de resultaten kan beïnvloeden.
'App doet wat we verwachtten'
"Je kunt die cijfers niet een-op-een vergelijken", zegt ook Carl Moons in gesprek met NU.nl hierover. Hij is voorzitter van de commissie die het ministerie over de corona-app adviseert. Op basis van de eerste cijfers is hij, net als Roozendaal van het ministerie, optimistisch. "Het betekent dat de app doet wat we verwachtten en wensten."
Het is de eerste keer dat het ministerie cijfers deelt die iets zeggen over de effectiviteit van de corona-app. Een eerder onderzoek moest afgekapt worden en leverde mede daardoor geen bruikbare gegevens op.
Mensen die door de GGD of de CoronaMelder gewaarschuwd worden dat zij in aanraking zijn geweest met iemand die het coronavirus bleek te hebben, kunnen zich per 1 december ook zonder klachten laten testen. Dat kan uitsluitsel geven of het virus daadwerkelijk op hen is overgedragen.