Politiehackers registreerden hacks niet en gebruikten tools zonder goedkeuring
Hackers van de politie hebben hun acties bij het binnendringen van laptops of computers van verdachten niet altijd goed geregistreerd. Ook heeft de politie software die daarbij gebruikt wordt zonder goedkeuring ingezet, blijkt uit een donderdag gepubliceerd rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV).
De politie heeft sinds maart 2019 de wettelijke bevoegdheid om verdachten te hacken. In de eerste tien maanden heeft de politie daar in acht zaken voor zeventien hacks gebruik van gemaakt.
Dat gebeurde volgens de IJenV op "professionele wijze". De politie hield zich aan de wet, maar registreerde niet altijd goed hoe de hacks plaatsvonden. Zo moeten het beeldscherm en welke toetsaanslagen gebruikt zijn worden vastgelegd.
Zo werden in zeven van de acht zaken de toetsaanslagen niet vastgelegd. In drie zaken werden geen beeldopnames gemaakt. De Inspectie kon daardoor moeilijker controleren of de politie zich aan de wet heeft gehouden, maar stelt "geen aanwijzing" te hebben om de betrouwbaarheid en integriteit van de hack in twijfel te trekken.
Ook wijst de IJenV op het feit dat de politie in 2019 in zes zaken software heeft gebruikt die niet is goedgekeurd. Elk gebruik van zo'n technisch hulpmiddel zou daaronder hebben gevallen, omdat vorig jaar nog geen enkele software was goedgekeurd.
De politie heeft één keer bij de zes zaken om toestemming gevraagd om de software te gebruiken, maar dat was wel achteraf. De keuringsdienst keurde dit hulpmiddel af. De Inspectie wijst er ook op dat in de regels niet is opgenomen wanneer de politie de software ter goedkeuring moet aanbieden.
In een reactie schrijft minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) dat het "begrijpelijk" is dat er "nog enkele noodzakelijke stappen" genomen moeten worden. Zo wijst hij erop dat het uitgangspunt is dat software wordt goedgekeurd voordat het wordt ingezet.