Waarom hydroxychloroquine geen kansrijk middel tegen COVID-19 meer is
Een van de eerste middelen die grootschalig werden getest vanwege hun mogelijke werking tegen COVID-19, was het reumamiddel hydroxychloroquine. Inmiddels is duidelijk dat het niet werkt bij in het ziekenhuis opgenomen coronapatiënten.
Even leken het reumamiddel hydroxychloroquine en het oude antimalariamiddel chloroquine te werken tegen het coronavirus. Er werd mee geëxperimenteerd, en vooral hydroxychloroquine kreeg veel aandacht nadat de Amerikaanse president Donald Trump het van harte aanbeval.
Inmiddels heeft onderzoek aangetoond dat in het ziekenhuis opgenomen COVID-19-patiënten er geen baat bij hebben. Daarnaast zijn er sterke aanwijzingen dat hydroxychloroquine ook geen nut heeft als je het net nadat je bent blootgesteld aan het coronavirus slikt. Hoe zijn we dit te weten gekomen?
Waarom was hydroxychloroquine beloftevol?
Raphaël Duivenvoorden, internist-nefroloog aan het Radboudumc, legt aan NU.nl uit dat hydroxychloroquine en chloroquine in eerste instantie als mogelijke middelen tegen COVID-19 in beeld kwamen door onderzoeken in het lab. In niercellen die afkomstig waren van een aap leek chloroquine te helpen bij de bestrijding van een coronavirusinfectie.
"Omdat er geen werkend medicijn tegen COVID-19 beschikbaar was, hebben we deze middelen in het begin van de coronacrisis in het ziekenhuis experimenteel ingezet bij ernstig zieke patiënten. Hydroxychloroquine en chloroquine worden al tientallen jaren gebruikt en we wisten dus ook op welke eventuele bijwerkingen we in het ziekenhuis moesten letten."
"Maar of het ook werkte tegen COVID-19, wisten we niet. Cellen in het lab zijn heel anders dan een functionerend menselijk lichaam. Losse cellen hebben bijvoorbeeld geen immuunsysteem. Bij eerdere virale infectieziekten, zoals hiv, chikungunya en griep, leken hydroxychloroquine en chloroquine in het lab ook werkzaam, maar werkten ze bij patiënten uiteindelijk niet."
Hydroxychloroquine werkt niet bij ernstig zieke patiënten
Inmiddels weten we dat hydroxychloroquine ook bij COVID-19-patiënten niet werkt. Een van de belangrijkste onderzoeken die hieraan bijdroegen, is de zogenaamde Recovery Trial. Dat is een grootschalig onderzoek, waar ruim elfduizend in het ziekenhuis opgenomen coronapatiënten aan deelnamen en waarin verschillende mogelijke middelen tegen COVID-19 zijn onderzocht.
1.561 van de deelnemende patiënten kregen hydroxychloroquine. Deze patiënten werden vergeleken met patiënten die geen potentieel medicijn kregen. Er bleek tussen deze twee groepen geen verschil in de overlijdenskans.
Duivenvoorden legt uit dat ook andere goed uitgevoerde onderzoeken naar het gebruik van chloroquine en hydroxychloroquine uitwezen dat deze middelen geen nut hadden bij in het ziekenhuis opgenomen patiënten. Er waren, zeker in het begin, wel een aantal onderzoeken die positieve effecten van deze middelen aan het licht brachten, maar dat waren kleine en minder betrouwbare onderzoeken.
Vroeg toedienen
Voor patiënten die in het ziekenhuis zijn opgenomen, heeft hydroxychloroquine dus geen nut. Maar hoe zit het met mensen die net besmet zijn met het coronavirus? Is het zinvol om vlak na een eventuele besmetting hydroxychloroquine te slikken? Duivenvoorden vertelt dat onderzoek er ook wat dat betreft niet gunstig uitziet.
Een Canadees-Amerikaans onderzoek wees uit dat mensen die vlak na contact met een coronapatiënt hydroxychloroquine begonnen te slikken, ongeveer even vaak COVID-19-achtige klachten ontwikkelden als mensen die een pil met een niet-werkzame stof slikten.
Meer begrip over hoe hydroxychloroquine werkt
We snappen steeds beter wat hydroxychloroquine doet en we vinden steeds meer mogelijke oorzaken waardoor dit middel wel leek te werken in het lab, maar niet bij patiënten. Duivenvoorden vertelt dat ze bij de Radboud Universiteit met labonderzoek aanwijzingen hebben gevonden dat hydroxychloroquine ervoor zorgt dat het gedeelte van het afweersysteem dat na een infectie snel in actie komt, minder goed werkt.
Ook keek een Duits onderzoek naar wat chloroquine doet bij cellen die meer op menselijke longcellen lijken dan de niercellen van een aap, waar als eerst gunstige effecten van chloroquine werden gevonden. In het Duitse onderzoek, dat in juli online werd geplaatst, werden geen gunstige effecten van chloroquine op de bestrijding van een coronavirusinfectie gevonden.
Een onderzoeksgroep die verbonden is aan de University of Oxford wil desondanks in een grootschalig onderzoek onder gezonde zorgmedewerkers gaan uitzoeken of hydroxychloroquine enig nut heeft bij het voorkomen van COVID-19. Duivenvoorden vertelt dat goed uitgevoerd onderzoek altijd nuttig is, maar dat hij er, op basis van wat we nu weten, geen hoge verwachtingen van heeft.
Het verschil tussen gerandomiseerd en observationeel onderzoek
De Recovery Trial waarin werd vastgesteld dat hydroxychloroquine geen gunstige effecten heeft bij opgenomen COVID-19-patiënten, was een gerandomiseerd onderzoek. Het was daardoor een betrouwbaarder onderzoek dan de eerste onderzoeken naar hydroxychloroquine, die veelal observationeel van aard waren. Waarom zegt een gerandomiseerd onderzoek meer dan een observationeel onderzoek?
Bij een gerandomiseerd onderzoek is er altijd een groep die het middel krijgt dat wordt onderzocht en een groep die dit middel niet krijgt. In welke groep de deelnemer aan het onderzoek komt, wordt bepaald door 'het lot'. Iedere deelnemer heeft dus evenveel kans om in de groep die het middel niet krijgt te komen.
Bij observationeel onderzoek vergelijk je vaak ook twee groepen, maar zijn de deelnemers niet willekeurig in een van de twee groepen ingedeeld. Je vergelijkt bijvoorbeeld patiënten die opgenomen zijn in een regio waar gebruik wordt gemaakt van een bepaald geneesmiddel, met patiënten in een andere regio waar dit middel niet wordt gebruikt.
Observationeel onderzoek is over het algemeen minder betrouwbaar dan gerandomiseerd onderzoek. In dit voorbeeld, waarbij je kijkt naar twee regio's, zijn er mogelijk meer regionale verschillen dan alleen het wel of niet gebruiken van een bepaald geneesmiddel. Wellicht biedt een van de twee regio's sowieso al betere zorg.