Toerismebranche: Steeds minder mensen zeggen dat ze nog op vakantie willen
Naarmate de coronacrisis voortduurt, neemt het aantal Nederlanders, Belgen, Duitsers en Britten met vakantieplannen verder af. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd onderzoek van het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC) en Schiphol naar de vakantieplannen van duizend inwoners van elk van deze landen.
Sinds de uitbraak van COVID-19 peilen NBTC en Schiphol regelmatig hoe het staat met de vakantieplannen en -boekingen. Een opvallende uitkomst is dat de invloed van de coronacrisis op de vakantieplannen toeneemt.
Het meest in het oog springende voorbeeld daarvan is België, waarvan de inwoners nog terughoudender zijn geworden in het regelen van een vakantie. "Dit heeft onder andere te maken met de forse stijging van het aantal coronabesmettingen in België", zegt Jos Vranken, de algemeen directeur van NBTC.
Als mensen op vakantie gaan, kijken ze de kat uit de boom en boeken ze last minute. Het percentage Nederlanders dat zegt wel op vakantie te gaan, maar in eigen land te blijven, neemt volgens NBTC en Schiphol flink toe. De groep Nederlanders die in eigen land blijft, is ongeveer even groot als de groep landgenoten die elders in Europa de vakantie doorbrengt.
Spanje blijft daarbij favoriet, niet alleen bij Nederlanders maar ook bij Belgen, Duitsers en Britten. Echt verre reizen staan niet of nauwelijks op de planning.