Riviervissen gaan in dramatisch tempo achteruit, onder meer door dammen
Het gaat slecht met vissoorten die tussen rivieren en de zee heen en weer trekken, zoals de zalm, steur, paling en vele andere. Sinds 1970 is wereldwijd ruim drie kwart van deze riviervissen verdwenen en in Europa zelfs 93 procent. Dit blijkt uit een dinsdag gepubliceerd rapport. Een oplossing: het afbreken van "honderdduizend ongebruikte dammen".
Het zijn bekende beelden uit natuurfilms: wilde zalmen die zich tegen stroomversnellingen naar boven vechten, soms honderden kilometers stroomopwaarts van de zee. Zo zijn er talloze andere vissoorten, van de zeeforel en de steur tot het kleine stekelbaarsje, die van zout naar zoet water moeten zwemmen om voor nageslacht te kunnen zorgen. Of soms in omgekeerde richting, zoals de paling.
"Deze riviervissen gaan nergens zo snel achteruit als in Europa. Naast vervuiling en klimaatverandering zijn door mensen aangelegde barrières in beken en rivieren de belangrijkste oorzaak", vertelt Arjan Berkhuysen aan NU.nl.
"Denk aan dammen, gemalen en stuwen: vissen kunnen er simpelweg niet langs, en verliezen zo veel leefgebied. Europese rivieren hebben de meeste barrières. We hebben ze onlangs allemaal in kaart gebracht: het blijken er 1,2 miljoen te zijn."'Riviervissen waren mens duizenden jaren tot dienst'
Berkhuysen is directeur van de World Fish Migration Foundation, die dinsdag samen met het Wereld Natuur Fonds, IUCN, de Zoological Society of London en een tiental universiteiten een Living Planet Index over trekkende riviervissen uitgaf.
"Onze conclusie is dat het extreem slecht gaat met rondtrekkende vissoorten", vertelt waterbioloog Klemens Eriksson van de Rijksuniversiteit Groningen, een van de auteurs van het rapport. "We hebben het over het vrijwel uitsterven van een volledige ecologische klasse, die mensen voor duizenden jaren in overvloed tot voedsel is geweest."
Om uitsterven te voorkomen en vissoorten te laten terugkeren in hun leefgebieden, is het volgens Eriksson essentieel dat de grens tussen zout en zoet water 'zachter' wordt gemaakt.
Dat kan door in kustzones gebieden met brak water in te richten en vistrappen aan te leggen in zeedijken. "We zijn in Nederland heel trots op onze dijken en andere waterwerken, maar vanuit ecologisch perspectief zijn ze een catastrofe."
De achteruitgang van riviervissen is in Nederland relatief lang geleden begonnen, onder meer door de aanleg van de Afsluitdijk en de Deltawerken, maar ook door inpoldering van het rivierenland. Rivierbodems veranderden hierdoor van grind naar modder, waar veel soorten geen eitjes op kunnen afzetten.
Recentelijk is in Nederland een kentering ingezet in het denken, bijvoorbeeld door de sluizen van de Haringvlietdam op een kier te zetten, waardoor de zeeprik weer de Maas en Waal kan bereiken. En in de Afsluitdijk wordt nu gewerkt aan een 'vismigratierivier', waardoor soorten weer vanuit de Waddenzee de IJssel en Rijn op kunnen trekken.
Oude dammen verwijderen voor terugkeer riviervissen
Dan zijn er stroomopwaarts nog veel andere hindernissen. Berkhuysen: "Er liggen rond de Pyreneeën bijvoorbeeld dammen die honderd jaar geleden zijn gebouwd voor waterkracht in Spaanse dorpen met textielindustrie. Toen die industrie wegviel en de apparaten stuk gingen, zijn de dammen gewoon blijven staan. Het zijn er in totaal in Europa minstens honderdduizend."
Om rivieren en beken te herstellen is in Europa een 'dam removal'-project opgezet. "Onlangs is in Normandië een negentig jaar oude, 30 meter hoge rivierdam verwijderd. Een andere verdwijnt in 2021. Daarna komt de zalm weer terug. En ook riviervissen als forel profiteren, net als stekelbaarsjes, die voedsel zijn voor lepelaars."
"Bij natuurbescherming kijken we vooral naar land en dieren in de lucht, maar we hebben het onderwaterleven te lang verwaarloosd. Het goede nieuws is dat het rapport laat zien dat we er wat aan kunnen doen. Daar waar al actie is genomen, is het inspirerend om te zien hoe snel de natuur zich herstelt."