'Zomerprogramma's om leerachterstand in te halen van wisselende kwaliteit'
Deze zomer kunnen basis- en middelbare schoolleerlingen kiezen uit 486 zomerprogramma's om hun leerachterstand in te halen die is ontstaan door de coronacrisis. Deskundigen twijfelen echter aan de kwaliteit van veel van deze programma's die de zomerscholen aanbieden, zo meldt Trouw zaterdag.
"Op papier is het een goed idee", zegt Arjen Scholten, expert op het gebied van leerachterstanden bij de organisatie Vinci. "Maar veel programma’s zijn volstrekt niet met wetenschappelijke kennis onderbouwd en leveren dus geen bijdrage aan de bestrijding van achterstanden."
Op basisscholen draaien in totaal 411 zomerprogramma's, in het voortgezet onderwijs zijn dat er 75. De programma's variëren van enkele dagen tot weken en inhoudelijk zijn er ook veel verschillen: van traditioneel bijspijkeren tot bezoekjes aan sportclubs, bibliotheken of musea. Veel scholen hebben de invulling extern uitbesteed zodat hun eigen docenten met vakantie kunnen.
Het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap (OCW) heeft alle subsidieaanvragen gehonoreerd, zegt Scholten. Maar hij vindt dat het ministerie niet kritisch genoeg is geweest. "Er zouden meer inhoudelijke voorwaarden aan de subsidies verbonden moeten zijn. Veel van die subsidies zijn weggegooid geld."
'Aanbod van wisselende kwaliteit kan kansenongelijkheid vergroten'
Onderwijssocioloog Iliass El Hadioui, verbonden aan de Erasmus Universiteit en de Vrije Universiteit, is ook kritisch op de zomerprogramma's. "Hoe goed bedoeld ook: een groot aanbod van wisselende kwaliteit kan de kansenongelijkheid juist vergroten in plaats van verkleinen, omdat lang niet alle programma‘s even effectief zijn."
Een woordvoerder van onderwijsminister Arie Slob zegt in de krant dat de invulling van de zomerprogramma's aan de scholen zelf is. "Er is veel informatie gedeeld met scholen over wat wel en niet werkt bij aanpak van achterstanden, maar dat zijn geen vereisten."