Real Madrid wint tiende duel op rij en is voor 34e keer kampioen van Spanje
Real Madrid heeft donderdag na twee seizoenen zonder succes in La Liga de Spaanse titel weer overgenomen van aartsrivaal FC Barcelona. De koploper had in de voorlaatste speelronde genoeg aan een 2-1-zege op Villarreal, terwijl Barça ook nog een pijnlijke thuisnederlaag leed tegen Osasuna (1-2).
Real, met topaankoop Eden Hazard weer eens in de basis, had het in het lege Estadio Alfredo Di Stéfano niet makkelijk met het compact verdedigende ploeg Villarreal, maar na een klein half uur brak Karim Benzema de ban.
Niet toevallig ontstond de openingstreffer uit een snelle omschakeling. Casemiro pakte de bal af in de middencirkel, Luka Modric bediende Benzema en de Fransman schoot van dichtbij raak door de benen van keeper Sergio Asenjo. Het was al de zesde goal van de spits sinds de hervatting van La Liga.
Een kwartier voor tijd kreeg Real een penalty na een lichte overtreding op Sergio Ramos. De aanvoerder ging zelf achter de bal staan en probeerde de beroemde strafschop van Ajacieden Johan Cruijff en Jesper Olsen uit 1982 te imiteren door de bal breed te leggen op Benzema, maar de Fransman liep te vroeg in. De penalty moest worden overgenomen en nu scoorde Benzema in één keer: 2-0.
Villarreal-invaller Vicente Iborra kopte een paar minuten later knap raak in de verre hoek (2-1) en de bezoekers kwamen nog heel dicht bij de gelijkmaker, maar Thibaut Courtois had in de blessuretijd een geweldige redding in huis. Real won zo ook zijn tiende duel sinds de hervatting van La Liga en stelde de titel veilig.
Barcelona, waar Frenkie de Jong na een maand zijn rentree maakte, liet tegelijkertijd voor de vierde keer punten liggen in de laatste tien duels. Osasuna kwam in Camp Nou met 0-1 voor door een goal van José Arnáiz, waarna Lionel Messi uit een vrije trap gelijkmaakte. In blessuretijd bezorgde Roberto Torres Osasuna de zege: 1-2.
Zidane wint elfde prijs als trainer van Real
Het is voor Real de eerste titel sinds 2017 en de 34e in totaal. Daarmee zijn de Madrilenen ruim recordhouder in Spanje. FC Barcelona, dat de vorige twee seizoenen de titel won, staat op 26 kampioenschappen.
Zinédine Zidane, die vorig jaar maart begon aan zijn tweede periode in Madrid, mag al zijn elfde prijs als trainer van Real bijschrijven. De 48-jarige Fransman zat op de bank toen Real in 2017 kampioen werd en heeft ook drie keer de Champions League, twee keer het WK voor clubs, twee keer de Europese super cup en twee keer de Spaanse super cup op zijn erelijst staan.
Real stond half juni bij de hervatting van La Liga nog tweede, op twee punten van koploper Barcelona. 'De Koninklijke' bleef echter foutloos na de coronapauze, terwijl de eeuwige rivaal uit Catalonië schutterde.
De hechte defensie is het sterkste wapen van Real, met keeper Thibaut Courtois en de 34-jarige Ramos als uitblinkers. De ploeg van Zidane staat na 37 duels op slechts 23 tegentreffers en incasseerde sinds de hervatting pas vier goals.
Aanvallend is topscorer Benzema met 21 doelpunten en acht assists weer van grote waarde, terwijl Ramos op liefst tien goals staat. De 34-jarige Luka Modric (drie goals en acht assists) was na een wat minder seizoen 2018/2019 weer de dirigent op het middenveld, samen met Toni Kroos (vier goals en vijf assists).