Twaalf doden na drie dagen grensgevechten tussen Azerbeidzjan en Armenië
Bij schermutselingen tussen Azerbeidzjan en Armenië zijn dinsdag twaalf doden gevallen, waaronder meerdere hooggeplaatste officieren. Het is onduidelijk wie afgelopen zondag de wapenstilstand tussen de twee landen verbrak.
De landen vochten in de jaren negentig een oorlog uit om de bergachtige Nagorno-Karabakh-regio, maar het recente conflict speelt zich zo'n 300 kilometer ten noorden van dit gebied af, bij het dorp Tavush.
Zondag werd bij Tavush de wapenstilstand uit 1994 verbroken. Beide landen wijzen elkaar aan als schuldige en sindsdien wisselen ze schoten en artillerievuur uit.
Hooggeplaatste officieren omgekomen
Bij de gevechten zijn tot nu toe zeven Azerbeidzjaanse militairen en een burger omkomen, laat Azerbeidzjaan weten. Aan Armeense kant zijn er volgens Armenië vier militairen omgekomen.
Onder de Azerbeidzjaanse slachtoffers zijn hooggeplaatste officieren: een generaal-majoor en een kolonel. Armenië verloor een majoor en een kapitein.
Rusland en de NAVO manen beiden landen tot een vreedzame oplossing. Moskou heeft zich als bemiddelaar opgeworpen. Turkije zegt op te zullen staan tegen aanvallen op Azerbeidzjan, waarmee het land hechte banden heeft.
Conflict opnieuw opgelaaid
De twee landen zijn oud-Sovjet-landen. Al jaren zijn ze in conflict over Nagorno-Karabakh, dat na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie binnen Azerbeidzjaans grondgebied kwam te liggen. Maar in de regio wonen vooral etnische Armeniërs.
Langs de grens vinden vaker schietincidenten plaats, maar in 2016 mondde de spanningen voor het laatst uit in een groot conflict, de vierdaagse oorlog. Die eindigde pas na bemiddeling van de VS, Frankrijk en Rusland.
De internationale gemeenschap erkent de Nagorno-Karabakh als onderdeel van Azerbeidzjan. Azerbeidzjan heeft op dit moment nog weinig invloed in het gebied, dat na de val van de Sovjet-Unie door Armeense separatisten is uitgeroepen tot een onafhankelijke republiek.