Te veel zout en suiker in producten? 'Maak andere keuzes'
Uit een onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat de meeste kant-en-klare satésauzen teveel suiker en zout bevatten. Dat geldt al jaren voor nog veel meer producten die we vinden in de supermarkt. Waarom eten we zo graag suiker en zout?
Maar liefst 75 procent van de Nederlanders krijgt meer zout binnen dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Gemiddeld consumeren volwassen mannen per dag 9,1 gram zout en vrouwen 6,7 gram, terwijl het aanbevolen maximum in ons land ligt op zes gram zout per dag.
Als we het hebben over suiker, krijgen we gemiddeld zo'n 30 procent te veel binnen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert vrouwen om per dag maximaal 12,5 suikerklontjes te eten en mannen maximaal vijftien suikerklontjes. De werkelijkheid is dat we gemiddeld zo’n zeventien suikerklontjes per dag eten.
Waarom vinden we zoet en zout zo lekker?
Smaakdeskundige Bob Cramwinckel: 'Zout is een smaakmaker. Dat geldt ook voor zoet, zoals suiker. Dat maakt een product aangenaam. Producten worden samengesteld zodat consumenten het lekker vinden. Als je zout weglaat, wordt het oneetbaar.'
Vandaag blijkt uit een test van de Consumentenbond dat ook de kant en klare satésauzen teveel zout en suiker bevatten, maar deze kritiek horen we al jaren op vele andere producten. Waarom verandert dat niet?
Daar is een simpele reden voor volgens Cramwinckel. 'Als je als fabrikant het zout in een product weglaat en de concurrent doet dat niet, wordt er vervolgens gezegd ‘dat merk moet je niet nemen, want dat is niet lekker’. Vanuit de industrie zeggen ze; ik ben gek als ik dat doe.'
De fabrikant is niet de enige schuldige
De Consumentenbond heeft in 2010 een zelfde test gehouden met dezelfde resultaten: gemiddeld zit er in de producten 1,3 gram zout per 100 gram en bevat bijna een kwart van de sauzen 1,7 gram tot 2 gram zout (per 100 gram). De Consumentenbond stelt dan ook dat fabrikanten in tien jaar tijd teleurstellend weinig hebben gedaan om hun producten minder zout te maken.
Het valt volgens Cramwinckel niet enkel aan de fabrikanten te wijten dat er teveel suiker en zout in producten zit. 'Producten worden samengesteld op een dusdanige manier dat consumenten het lekker vinden.'
'Een ongezond voedingspatroon ligt aan het individu en is afhankelijk van de keuzes die iemand maakt. Als je vindt dat de industrie te veel zout en suiker gebruikt, heb je daar gelijk in. Maar je kunt er zelf voor kiezen om het met mate te eten of andere keuzes te maken.'
Het aanbod van producten is volgens Cramwinckel zo ruim en zo groots dat iedere consument zeer verstandige keuzes zou kunnen maken. 'Eten koken is niet moeilijk, je kan prima zelf je kostje bij elkaar koken. Als je vindt dat die producten niet in orde zijn, zijn er genoeg alternatieven om het anders te doen.'
Het suikerpotje en zoutmolentje
Twee ingrediënten die vrijwel iedereen standaard in huis heeft, zijn het suikerpotje en zoutmolentje. Zolang consumenten dat in huis hebben, kan de industrie het probleem niet oplossen, vindt Cramwinckel.
We wennen namelijk aan de hoeveelheid zout en suiker die we gebruiken. Vinden we iets smaakloos? Dan gaat er zout bij. 'Zo houd je gebruik van teveel zout in stand. We zijn flexibel als het gaat om de aangename hoeveel van zout en zoet, maar het kost tijd om aan die nieuwe smaken te wennen.'
Het advies van Cramwinckel luidt: 'Eet alles met mate.' En ga je aan de slag met zelf koken? 'Als je verstandig bent, stop je met het toevoegen van zout aan je gerecht op het moment dat je een beetje zout proeft. Veel mensen doen er dan vaak nog een schepje zout bovenop, maar dan gebruik je al gauw weer teveel.'