CBS: Plattelandsbewoners durven elkaar vaker op gedrag aan te spreken
Bewoners van het platteland durfden elkaar in 2019 vaker aan op onwenselijk gedrag te spreken dan inwoners van steden, blijkt maandag uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS).
Iets meer dan de helft (53 procent) van de inwoners van weinig verstedelijkte of niet-stedelijke gebieden durft mensen in de buurt aan te spreken op onwenselijk gedrag. Dat percentage is lager in stedelijke gebieden: 44 procent van de ondervraagden in sterk verstedelijkte gebieden durft dat en 40 procent van de respondenten in zeer sterk verstedelijkte gebieden.
CBS-woordvoerder Dick ter Steege ziet een correlatie tussen het aanspreken op gedrag en sociale samenhang, zegt hij in de Volkskrant. "Hoe sterker de cohesie in een buurt, hoe makkelijker mensen elkaar aanspreken. In een dorp hebben mensen vaker het idee dat ze elkaar kennen, al is het maar via via. Dan durven ze elkaar ook eerder terecht te wijzen."
Ook blijkt uit het CBS-onderzoek dat hoe stedelijker een woonomgeving is, hoe minder mensen vinden dat er in een buurt op een prettige manier met elkaar wordt omgegaan. Plattelandsbewoners vinden hun buurt gezelliger en zeggen ook meer contact met elkaar te hebben dan inwoners van stedelijke gebieden.
De door het CBS uitgebrachte cijfers maken deel uit van de Veiligheidsmonitor van het onderzoeksbureau. Voor het onderzoek werden 135.000 Nederlanders van vijftien jaar en ouder aan de hand van een aantal stellingen bevraagd over de sociale samenhang in de eigen buurt.
Onderzoek nog niet toepasbaar op coronamaatregelen
Het CBS heeft respondenten in 2019 voor het eerst gevraagd naar aanspreken op onwenselijk gedrag en de resultaten hebben dan ook alleen betrekking op dat jaar. Of bewoners van het platteland elkaar dit jaar ook vaker durven aan te spreken op de overtreding van coronamaatregelen dan inwoners van stedelijke gebieden, moet het onderzoek van volgend jaar uitwijzen.
Het is wel voor te stellen dat mensen elkaar aanspreken op het niet dragen van een mondkapje of het niet in acht nemen van de 1,5 meter afstand, zegt Ter Steege in de Volkskrant. Maar het houden van voldoende afstand is wel een minder prangende kwestie op het platteland dan in de stad, waar mensen meer op elkaars lip zitten, legt hij uit. "Daarom denk ik niet dat je de verschillen tussen de stad en het platteland uit dit onderzoek zomaar kunt doortrekken naar de coronaregels."