'Door Oranjes verkochte kunst kan toch in buitenlandse handen vallen'
De door de koninklijke familie verkochte kunstverzameling Atlas Munnicks van Cleeff mag, in tegenstelling tot wat premier Mark Rutte in 2016 tegen de Tweede Kamer zei, wel worden doorverkocht aan een buitenlandse partij.
Uit onderzoek van Zembla blijkt donderdag dat de koper, John Fentener van Vlissingen, juridisch niet kan worden verboden om Atlas Munnicks van Cleeff, een verzameling van twaalfhonderd zeventiende- en achttiende-eeuwse tekeningen van de stad en provincie Utrecht, aan een buitenlandse partij te verkopen.
Fentener van Vlissingen zegt tegen Zembla dat het niet zijn bedoeling is de werken in buitenlandse handen te laten vallen, maar dat recht wel te hebben. Een woordvoerder van de familie voegt daaraan toe dat het bij elkaar houden van de verzameling gezien wordt als een "morele verplichting".
Dat brengt premier Rutte opnieuw in het nauw. In 2016 werd hij door de Tweede Kamer op het matje geroepen vanwege de omstreden verkoop van de kunstwerken door de koninklijke familie.
Toenmalig D66-fractievoorzitter Alexander Pechtold eiste opheldering over waarom de verkoop destijds drie jaar lang was stilgehouden. SP'er Ronald van Raak vroeg zich af waarom de werken niet zijn aangeboden aan Nederlandse musea.
Rutte: Niets mis met de verkoop
Volgens Rutte was er echter niets mis met de verkoop. Hij zei dat de collectie eerst is aangeboden aan culturele instellingen in Utrecht, maar uit onderzoek van Zembla blijkt dat het Utrechts Archief, het Centraal Museum en de universiteitsbibliotheek van de Universiteit Utrecht in ieder geval nooit zijn benaderd.
Drie jaar geleden werd ook duidelijk dat de koninklijke familie miljoenen heeft verdiend met de verkoop van het negentiende-eeuwse schilderij Boschbrand van Raden Saleh. Het kunstwerk werd in 1850 door Saleh aan koning Willem III geschonken, maar is sinds 2014 in bezit van de National Gallery in Singapore. Zowel Atlas Munnicks van Cleeff als Boschbrand is afkomstig uit de nalatenschap van koningin Juliana en behoorde volgens de Rijksvoorlichtingsdienst tot de privécollectie van de Oranjes.
Voor de verkoop van Boschbrand is door de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed een exportvergunning aangevraagd, zo stelde Rutte in het Kamerdebat in 2016. Ook zou de inspectie hebben gecontroleerd of het schilderij op basis van de toenmalige Wet behoud cultuurbezit (Wbc) een beschermde status had. Omdat dit niet het geval was, kon het kunstwerk verkocht worden.
Uit navraag van Zembla blijkt echter dat het ministerie van Onderwijs en Cultuur door zowel de voorzitter als de secretaris van de toenmalige Wbc-commissie nooit is geconsulteerd over de verkoop van Boschbrand.