Loonstrook ziet er in 2020 wat positiever uit
Huishoudens zullen volgend jaar iets meer geld overhouden dankzij lastenverlichting van het kabinet en hogere lonen. De inkomstenbelasting gaat voor de meeste mensen omlaag vanwege de overgang naar het tweeschijvenstelsel en de algemene heffingskorting en de arbeidskorting stijgen.
Dat blijkt woensdag uit berekeningen van het ministerie van Sociale Zaken.
Ook mensen met een uitkering houden meer geld over doordat de netto-uitkering stijgt en doordat de zorgtoeslag wordt verhoogd.
Voor gepensioneerden neemt de stijging in mindere mate toe. De AOW-uitkering stijgt met 2,5 procent, maar de aanvullende pensioenen stijgen nauwelijks of niet mee met de prijzen (indexatie).
Door de verhoging van de algemene heffingskorting (voor iedereen) en de arbeidskorting (voor werkenden) stijgt een modaal inkomen (35.000 euro bruto per jaar) naar verwachting met 2 procent in januari. Werknemers die meer dan modaal verdienen, profiteren van de overgang naar het tweeschijvenstelsel voor de inkomstenbelasting. De eerste schijf loopt tot 68.500 euro waar 37 procent belasting over wordt betaald, daarboven geldt een percentage van 49,5 procent.
De door het Centraal Planbureau (CPB) verwachte loonstijging voor 2020 van 2,8 procent, een verbetering ten opzichte van de raming op Prinsjesdag, is hier niet in meegenomen. Werkenden profiteren hier over het algemeen van omdat de stijging van de consumentenprijzen (de inflatie) volgend jaar uitkomt op 1,4 procent, verwacht het CPB.
Sociale Zaken waarschuwt dat een hoger bedrag op je loonstrook, niet per se hoeft te betekenen dat je ook meer te besteden hebt. De toeslagen die mensen ontvangen en de lastig te voorspellen inflatie hebben invloed op de koopkracht, maar ook onverwachte kosten of inkomsten zoals de vervanging van een kapotte wasmachine of een bonus.
Het CPB verwacht voor volgend jaar een gemiddelde koopkrachtstijging van 2,1 procent.