Hormoonverstorende bestrijdingsmiddelen: moeten we ons zorgen maken?
Op 21 procent van de groenten en 19 procent van het fruit zitten resten van hormoonverstorende bestrijdingsmiddelen, meldt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op basis van eigen onderzoek. Telers gebruiken deze middelen om gewassen te beschermen, maar deze kunnen de hormoonhuishouding van mensen ernstig verstoren. Hoe gevaarlijk zijn de resten?
De NVWA doet elk jaar onderzoek naar bestrijdingsmiddelen op groente en fruit. Hierbij hanteert de waakhond een zogeheten Maximale residu limiet (MRL) om te kunnen bepalen wanneer er te veel resten van bestrijdingsmiddelen op een product zitten. 'Dit is een heel strenge norm, die op Europees niveau is vastgesteld', aldus woordvoerder Tjitte Mastenbroek van de NVWA. 'We kijken of er niet teveel bestrijdingsmiddelen op producten zitten door steekproefsgewijs controles uit te voeren op groenten en fruit uit de supermarkt. Daarnaast kijken we ook nog specifiek naar producten waarvan wij in het verleden overschrijdingen hebben geconstateerd.'
De producten waarbij een overschrijding van de MRL is geconstateerd, haalt de NVWA van de markt of weigert het bij de grens. Er geldt voor die producten dan in de toekomst een verscherpt controleregime.
Overschrijding MRL niet gelijk schadelijk
Uit de gegevens van de NVWA blijkt dat er op bijna één op de vijf onderzochte producten resten van hormoonverstorende bestrijdingsmiddelen is gevonden. Lopen we gevaar?
'Als je kijkt naar de groenten en fruit die in de Nederlandse supermarkt worden verkocht, zien wij niet of nauwelijks overschrijdingen van de MRL', zegt de Mastenbroek.
Daarbij is het nog eens zo dat wanneer de MRL overschreden wordt, er nog niet gelijk sprake is van een gezondheidsrisico. 'Het moment dat het schadelijk wordt zit nog ver boven de MRL-norm', stelt Mastenbroek. Dat er soms resten van bestrijdingsmiddelen op een stuk fruit zitten, betekent dus nog lang niet dat het daadwerkelijk ook een gevaar vormt voor onze gezondheid.
Voor welke producten moet je uitkijken?
Volgens de Mastenbroek bevatten producten uit Nederland of de Europese Unie vrijwel nooit te veel resten van bestrijdingsmiddelen. 'Er is soms wel een aantal producten uit landen buiten de EU waar we teveel bestrijdingsmiddelen aantreffen.' Als dit gebeurt, gaat de NVWA de desbtreffende producten extra controleren. 'We merken wel dat dit ervoor zorgt dat landen zich vaker aan de regels gaan houden.' Zo waren er in het verleden te hoge waarden geconstateerd bij aubergines uit Thailand en druiven uit Peru. Inmiddels is de hoeveelheid gevaarlijke stoffen weer onder het MRL.
De producten in de supermarkt kan je dus zonder zorgen eten. Het Voedingscentrum stelt ook dat er niet per se specifieke producten in de Nederlandse schappen liggen die je moet mijden. 'De gezondheidsvoordelen van groente en fruit wegen ook ruimschoots op tegen kleine resten bestrijdingsmiddelen die je misschien binnen kunt krijgen', valt er te lezen op de site.
Als je helemaal geen resten van bestrijdingsmiddelen tot je wil krijgen, is die kans bij biologische producten het kleinst.
Bekijk voor meer informatie de website van de NVWA en het Voedingscentrum.