50PLUS stelt kamervragen na uitzending Radar over woekerpolis in hypotheek
Kamerlid Henk Krol van 50PLUS heeft kamervragen ingediend over de uitzending van Radar: 'De Goudse goochelt met getallen in beleggingsverzekeringen'.
In de uitzending laat Radar zien dat Tiel Utrecht Verzekeringen – een voorloper van De Goudse – verkeerde informatie gebruikte in berekeningen voor beleggingsverzekeringen. Daardoor werden te hoge eindkapitalen voorgehouden, die niet gehaald konden worden. Het gevolg: klanten met zo'n financieel product kunnen mogelijk hun hypotheek niet aflossen.
Kijk de uitzending terug: De Goudse goochelt met getallen in beleggingsverzekeringen
Kamerlid Krol stuurt de vragen aan de minister van Financiën Wopke Hoekstra. Krol vraagt onder meer: 'Deelt de minister de mening dat een berekening die gebaseerd is op foutieve wiskundige aannames in juridisch opzicht, kwetsbaarder is dan wanneer er een correcte berekening wordt gebruikt op basis van te optimistische rendementen?'
Een woekerpolis in je hypotheek: wat nu?
Radar Radio over een hypotheek aanvragen en waarop je kunt letten
Alle vragen van Krol lees je hieronder:
Is de minister bekend met de uitzending van Radar, d.d. 4 november jl., over misleidende offertes door verzekeraars, in dit geval De Goudse?
Deelt de minister de mening van 50PLUS dat er in de voorgespiegelde zaak veel meer aan de hand lijkt te zijn dan ‘slechts’ het voorspiegelen van té optimistische rendementen?
Deelt de minister de mening dat een berekening die gebaseerd is op foutieve wiskundige aannames in juridisch opzicht, kwetsbaarder is dan wanneer er een correcte berekening wordt gebruikt op basis van te optimistische rendementen? Graag een toelichting.
Erkent de minister dat de strijd die de betrokken polishouders moeten voeren tegen de verzekeraars in kwestie een ongelijke strijd is? Deelt de minister de mening dat de overheid en/of de toezichthouders zeer actief moeten zijn om een gelijk speelveld voor de consument te garanderen? Is de minister van mening dat dit het geval is?
Klopt het dat de overheid bevreesd is voor de gevolgen van woekerpolis-affaires voor de financiële positie van Nederlandse verzekeringsconcerns? Kan de minister aantonen dat dit niet het geval is?
Heeft de stabiliteit van het financiële systeem en van verzekeraars in het bijzonder, invloed op de voortvarendheid waarmee toezichthouders en opeenvolgende regeringen dit grote onrecht in het verleden hebben opgepakt en nog steeds oppakken?
Deelt de minister de mening dat de verzekeraars in kwestie, actief polishouders zouden moeten opsporen en benaderen met maatwerkoplossingen, indien er inderdaad sprake blijkt te zijn van op foutieve actuariële aannames gebaseerde offertes? Indien nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat foutieve actuariële aannames en of berekeningen in productinformatie van verzekeringspolissen zouden moeten leiden tot een collectieve oplossing of schikking voor alle polishouders die het product in kwestie hebben aangekocht? Indien nee, waarom niet?