De Goudse goochelt met getallen in beleggingsverzekeringen
Tiel Utrecht Verzekeringen – een voorloper van De Goudse – gebruikte verkeerde informatie in berekeningen voor beleggingsverzekeringen. Hierdoor werden te hoge eindkapitalen voorgespiegeld die onmogelijk gehaald konden worden. Klanten die zo’n product afsloten zitten nu met een groot financieel probleem. Ze kunnen bijvoorbeeld hun hypotheek niet aflossen.
Radar werd getipt door claimorganisatie ConsumentenClaim, die via een anonieme bron originele diskettes en cd-rom's met de offertesoftware van Tiel Utrecht Verzekeringen in handen kreeg. Stef Smit, directeur van ConsumentenClaim zegt: 'We hebben de software geanalyseerd en kwamen tot de conclusie dat er eindkapitalen worden voorgerekend die nooit gehaald kunnen worden, zelfs niet als je de kosten op nul zet. Als je met zo’n verzekering je hypotheek moet aflossen dan heb je een groot probleem.' De misleidende offertes werden in ieder geval afgegeven van 1995 tot en met 2000, maar mogelijk over een langere periode.'
MEER OVER HYPOTHEKEN
Een woekerpolis in je hypotheek: wat nu?
Radar Radio over een hypotheek aanvragen en waarop je kunt letten
Radar liet dr. Auke Plantinga, universitair hoofddocent Finance aan de Rijksuniversiteit Groningen, naar de software en de berekeningen kijken. Hij zegt: 'Ik heb al heel wat van dit soort zaken gezien. Woekerpolissen en beleggingspolissen in allerlei verschillende varianten passeren een hele hoop interessante dingen en vooral ook dat er heel veel mis is gegaan in het verleden. Ik heb nog niet meegemaakt dat er zo'n overduidelijke bijna eerstejaars rekenfout in zo'n product kan zitten.'
Een gat van 50 duizend gulden
Plantinga rekent op verzoek van Radar de offerte van het echtpaar Schrijver door, die in 1998 bij Tiel Utrecht Verzekeringen een hypotheek afsloten met een overlijdensrisicoverzekering. Het stel zou volgens de offerte in dertig jaar tijd met een rendement van 8 procent een eindkapitaal opbouwen van 142.000 gulden. Precies genoeg om hun hypotheek af te lossen en als één van beiden voor de einddatum zou komen te overlijden zou de levensverzekering hun hypotheekschuld aflossen. Iedere maand storten ze ruim 325 gulden in hun verzekering: 259 gulden is voor de overlijdensrisicoverzekering en met het spaarbedrag van zo'n 66 gulden kom je bij een beleggingsrendement van 8 procent maximaal aan zo’n 93.000 gulden. Een gat van bijna 50.000 gulden. Volgens Plantinga is de berekening van De Goudse onmogelijk. 'Dat is gewoon wiskunde.'
'Riekt naar oplichting'
Het echtpaar Schrijver heeft al zo’n 80.000 gulden betaald aan hun verzekering. Herman Schrijver reageert verontwaardigd: 'Dat riekt naar oplichting, dus dat is niet alleen verkeerd voorgelicht, maar het is vals voorgelicht. En ja, dat mag niet.' Bovendien gaat het ook nog om een woekerpolis die niet rendeert. Op hun laatste waarde-overzicht van 13 juni 2019 staat na een looptijd van 21 jaar een totaalbedrag van slechts 8072 euro, waarmee ze over negen jaar nooit hun hypotheekschuld van 64.436 euro kunnen aflossen.
Herman zegt: 'Ik heb altijd gedacht, ik ben ergens ingetrapt.' Zijn vrouw Herma vult hem aan: 'Wat gewoon onzin was. Intrappen? Nee, dit is niet intrappen. Het werd ons mooi verteld: over 30 jaar heb je een mooi potje en dan kun je daar het huis mee aflossen. Hartstikke mooi, denk je.' Stef Smit zegt: 'Het is eigenlijk een kwestie van vlek op vlek. Het is een woekerpolis. Er worden meer kosten ingehouden dan de klant wist, dus het rendement wordt sowieso lager. En dan heb je op de koop toe ook nog een keer een offerte die gewoon niet klopt en waar allerlei rekenfouten in zitten.'
De Goudse: 'berekening onjuist'
ConsumentenClaim benaderde tot twee keer toe De Goudse om hen te wijzen op deze fouten. Maar de verzekeraar liet in een éénregelige mail weten: 'Ons inziens is er geen aanleiding voor een persoonlijk gesprek.' Stef Smit zegt: 'Ik hoop dat de Goudse alsnog inziet dat het beter is om te praten en samen tot een oplossing te komen.' Als dat niet lukt gaat ConsumentenClaim procederen en via de rechter afdwingen om alsnog een goede compensatie te krijgen voor gedupeerden.
Radar vroeg De Goudse om een inhoudelijke reactie. 'We hebben de berekening beoordeeld en daaruit de conclusie getrokken dat deze onjuist en onvolledig is. Jullie specialist heeft namelijk geen rekening gehouden met de specifieke kenmerken van het SpaarAktief-product. Het SpaarAktief-product is een spaarkasproduct waarbij deelnemers naast de beleggingsopbrengsten ook delen in de overlevingswinst. Met dit laatste is geen rekening gehouden. Wij gaan er dan ook vanuit dat hiermee de kwestie is afgedaan en dat jullie afzien van uitzending van het item.'
Actuaris Donselaar: 'fout ontwerp'
Radar legt vervolgens de berekening van De Goudse voor aan Jan Donselaar, een zeer ervaren en onafhankelijke actuaris. Hij zegt: 'Volgens mij is het meer een fout ontwerp. De actuaris heeft een cruciale denkfout gemaakt door met verkeerde veronderstellingen te werken. Alle mensen die in die spaarkas zaten zijn behandeld of de polis in 1961 afgesloten is: 37 jaar eerder dan het echt heeft plaatsgevonden. Misschien was dat voor mevrouw of meneer wel een goede veronderstelling, maar dat kun je absoluut niet door vertalen naar de hele groep in die spaarkas.'
Spaarkasproduct
Een spaarkasproduct werkt volgens het Koninklijk Actuarieel Genootschap als volgt: Er doen meerdere polishouders mee en aan het eind van de looptijd wordt het aanwezige kapitaal verdeeld onder de nog in leven zijnde deelnemers. 'De opbouw van het spaarkaskapitaal komt voort uit drie bronnen: uit de spaarinleg van de deelnemers, uit het rendement op de spaarinleg en uit de zogenaamde sterftewinst. Van deelnemers die voortijdig overlijden vervalt hun tot dan opgebouwde spaarkapitaal aan de resterende deelnemers.' Simpel gezegd: als je amper beleggingsrendement behaalt en de mensen in jouw spaarkas gaan niet dood, dan bouw je geen kapitaal op. En dat is precies gebeurd in het geval van het echtpaar Schrijver.
Jan Donselaar zegt: 'Ik geloof dat Plantinga best goed kan rekenen. Wij zijn het eigenlijk wel eens. Mijn conclusie was dat er ongeveer 50.000 euro rendement had moeten zijn uit die sterftewinst. En sterftewinst die er niet gekomen is.' Actuaris Donselaar zegt stellig: 'Dit had de verzekeraar moeten weten. Ik kan niet geloven dat als De Goudse nu mijn analyse hoort dan moeten ze concluderen … - helaas de dader zal wel op het kerkhof liggen – er zijn in 1998 cruciale fouten gemaakt. Conclusie kan niet anders zijn.'
Statement De Goudse
Maandagmiddag ontvingen we onderstaand statement van De Goudse.
'Wij realiseren ons dat het resultaat op het spaarplan voor deze klanten teleurstellend is. Dit komt omdat het daadwerkelijk behaalde rendement veel lager is geweest dan het voorbeeldrendement zoals gebruikt in het voorbeeldscenario in de offerte. Dit houdt verband met tegenvallende koersontwikkelingen op de beurs. Op die koersontwikkelingen hebben wij geen invloed.
De hoogte van de einduitkering wordt bij een spaarkasproduct niet alleen bepaald door het daadwerkelijk behaalde beleggingsrendement, maar ook door de gerealiseerde '"overlevingswinst". Dit is de 'winst' die ontstaat wanneer deelnemers aan de spaarkas gedurende de looptijd overlijden. Het aandeel van de overleden deelnemers in de spaarkas komt toe aan de overige nog levende deelnemers. Hoe hoog de "overlevingswinst" daadwerkelijk zal zijn, is niet vooraf vast te stellen. Dit hangt immers af van het daadwerkelijk overlijden van deelnemers. Daarom is ook voor de '"overlevingswinst" uitgegaan van een voorbeeldscenario. Welk voorbeeldscenario is gebruikt heeft geen invloed op de uiteindelijke uitkering. De uiteindelijke uitkering wordt bepaald door de daadwerkelijke beleggingsresultaten en het daadwerkelijk overlijden van deelnemers aan de spaarkas.'
Reactie AFM
Radar heeft de toezichthouder, Autoriteit Financiële Markten (AFM), om een reactie gevraagd.
'De AFM zal in ieder geval contact opnemen met De Goudse Verzekeringen om hierover duidelijkheid te krijgen. Het is voorstelbaar dat consumenten zich gedupeerd voelen. Als toezichthouder kunnen wij echter nooit ingaan op individuele cases. In algemene zin geldt dat de informatie die een financiële onderneming aan klanten verstrekt correct, duidelijk en niet misleidend moet zijn (artikel 4:19 lid 2, Wet op het financieel toezicht). Dat betekent dat bijvoorbeeld ook adviessoftware die wordt gebruikt voor een offerte, correct moet zijn. Als er fouten zijn gemaakt, gaat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) ervan uit dat de aanbieder onderzoekt welke klanten dit betreft en dat de fouten worden gecorrigeerd. Wij zijn als AFM niet bevoegd om in individuele gevallen voor mogelijk gedupeerden recht te spreken. Met betrekking tot de afhandeling van een eventuele civiele schade kunnen consumenten zich wenden tot het Kifid en de rechter.'
‘Consumenten die een vergelijkbare case hebben zoals in de uitzending kunnen altijd contact opnemen met ons Meldpunt Financiële Markten. Klachten van consumenten laten ons zien waar er problemen zijn in de markt. Elk signaal kan aanleiding zijn voor een onderzoek en maatregelen van de AFM.'