Met deze 5 tips sta jij altijd goed op de foto
Iedereen staat leuk op de foto, terwijl jij als enige je ogen dicht hebt. Alsof dat nog niet erg genoeg is, laat je onderkin zich ook weer van z’n beste kant zien. Herkenbaar? Helaas is niet iedereen een geboren fotomodel. Wél kun je dit oefenen met deze 5 tips.
1. Strike a pose
Met een juiste houding bereik je al heel veel. Probeer zoveel mogelijk je rug recht te houden en je schouders naar achteren te plaatsen. Veel mensen zweren bij de zogenaamde ‘red carpet’ pose die je vaak bij Hollywoodsterren ziet. Deze pose wordt op verschillende manieren ingezet. Hoe je deze pose aanneemt? Simpel: draai eens 45 graden van de camera af en leun daarbij met je gewicht op je hielen. Of kruis een been over de ander en richt je je voeten naar de camera. Probeer verschillende houdingen en zet bijvoorbeeld je handen in je zij. Binnen no-time sta jij mooi op elke foto.
2. Weg met die onderkin
Er zijn maar weinig mensen die goed op de foto staan wanneer de foto van onderaf is genomen. Zorg er dus voor dat de fotograaf de foto vanuit een hoger perspectief neemt. Wat ook helpt is je kin wat op te tillen en je hoofd iets naar voren te plaatsen. Daarnaast kan je ook je tong tegen je gehemelte drukken. Hierdoor span je je kaakspieren aan, waardoor je onderkin minder goed te zien is.
3. Op zoek naar het licht
Licht speelt een grote rol bij het maken van mooie foto’s. Er is een verschil tussen hard en zacht licht. Wanneer je hard licht gebruikt, heb je te maken met veel schaduwen. Dit kan heel mooi zijn als je bijvoorbeeld een object extra aandacht wil geven. Zacht licht is vooral gunstig bij portretfotografie. Het is veel egaler en oogt rustiger. Wil je een duidelijke portretfoto? Zorg er dan voor dat je nooit tegen het licht in een plaatje schiet. De foto wordt hier namelijk donker door, waardoor je jezelf niet goed ziet. Zoek dus vooral het licht op. Als je naar buiten gaat, kun je gebruik maken van de gebouwen om je heen. Hoe je dat doet? Joost is voor Simyo op pad geweest en legt het in deze video uit:
Als je binnen foto’s wilt schieten, zorg er dan voor dat je nooit onder een lamp gaat staan. Door het licht wat naar beneden schijnt, zie je al snel wallen onder je ogen. En dat is natuurlijk juist hetgeen wat je wilt voorkomen. Daarnaast moet je ervoor zorgen dat je de camera laat focussen op jou. Het helpt namelijk heel erg als je bijvoorbeeld wel tegen het licht in moet fotograferen om de focus te gebruiken. Als je focust op jezelf dan is het licht beter.
4. Je ogen zeggen alles
‘Smizen’, het wordt gedaan door bijna elk fotomodel. Maar wat is dat nou precies? Met smizen lach je met je ogen. Je doet dit door je ogen een klein beetje samen te knijpen. Vervolgens denk je aan iets wat jou gelukkig of vrolijk maakt. In het begin zal het even wennen zijn, maar na een tijdje zul je merken dat je er steeds beter in wordt. Het resultaat: Je oogt een stuk vriendelijker op de foto.
5. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen
Hadden we het woord oefenen al benoemd? Juist: hoe meer je oefent, hoe beter je wordt. Je leert vanzelf hoe jij het beste op de foto staat. Gebruik een spiegel om te kijken welke gezichtsexpressies jij het mooist vindt en vraag anderen om foto’s van je te maken. Voor je het weet ben jij de nieuwe Doutzen Kroes en vragen mensen jou om tips. Succes!