Werknemers ontvluchten grootste iPhone-fabriek vanwege langdurige lockdown
Werknemers van het Chinese techbedrijf Foxconn zijn de fabriek ontvlucht tijdens een aanhoudende lockdown. De fabriek in de Chinese stad Zhengzhou ging vorige week op slot nadat er mensen positief hadden getest op Covid-19.
In de Chinese miljoenenstad Zhengzhou waren vorige week 167 coronabesmetting vastgesteld, waaronder enkele besmettingen in de fabriek. Lokale media beweren dat er 20.000 werknemers in quarantaine zitten, maar Foxconn zelf ontkent dit.
De werknemers die in lockdown zaten in de fabriek moesten gewoon doorwerken. Op Chinese social media verschenen gisteren beelden waarop te zien was dat tientallen medewerkers over de hekken klommen om te ontsnappen aan de draconische omstandigheden in de fabriek.
De medewerkers noemen het gebrek aan voedsel en medicijnen de voornaamste reden om weg te lopen. Volgens de Financial Times, die met een aantal werknemers van Foxconn sprak, werden werknemers opgesloten in slaapzalen om daar hun quarantaine uit te zitten.
Online zijn er ook beelden van honderden werknemers die met hun koffers of tassen over de snelweg lopen op weg naar huis. Vanwege de coronabeperkingen mogen zij ook geen openbaar vervoer pakken, waardoor sommigen genoodzaakt zijn om honderden kilometers te lopen.
Gevolgen voor de iPhone 14
De gevolgen van de zoveelste coronalockdown in China, en dan vooral bij Foxconn, kan verstrekkende gevolgen hebben voor de wereldwijde distributieketen. Foxconn is de grootste fabrikant van iPhones in de wereld, waaronder de nieuwe iPhone 14. Reuters sprak met een anonieme bron bij het bedrijf die beweert dat de iPhone-productie in november een vertraging heeft opgelopen van maar liefst 30 procent. Voor Foxconn zelf is dit ook een grote klap. De aandelen van het bedrijf zijn vandaag al met 1,4 procent gedaald.