Streamingdiensten verplicht om in Nederlandse producties te investeren
Streamingdiensten moeten binnenkort minstens 4,5 procent van hun jaaromzet in ons land in Nederlandse films en series investeren. Dat staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media).
Uslu sprak eerder nog van een investeringspercentage van 6 procent, maar in het wetsvoorstel is het percentage verlaagd naar 4,5 procent. De investeringsplicht is volgens haar nodig om te voorkomen dat de opmars van buitenlandse streamingdiensten 'ten koste van Nederlandse verhalen' aan.
"Juist aanbod van Nederlandse makers is cruciaal voor het vertellen van onze verhalen: over vroeger, het heden en een mogelijke toekomst", schrijft Uslu vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De investeringsverplichting heeft als doel om Nederlands aanbod te stimuleren 'waarin de kijker zichzelf en zijn leefwereld kan herkennen'.
Alleen voor grote diensten
De regel geldt alleen voor streamingdiensten die in Nederland minstens 30 miljoen euro omzet maken. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2023 ingaat, maar dat de nieuwe regels pas vanaf 2024 voor de videodiensten gaan gelden. Komend jaar wordt dan gebruikt om te meten hoeveel omzet de bedrijven in ons land maken. Een nog nader te bepalen percentage van de verplichte investeringen moet volgens Uslu 'ten goede te komen van onafhankelijke producties'.
Producties zijn Nederlands als het scenario overwegend in het Nederlands of Fries is geschreven of personages vooral die talen spreken. Ook in aanmerking komen scenario's die zijn gebaseerd op een origineel Nederlands of Fries werk of die over de Nederlandse cultuur of geschiedenis gaan.
Frankrijk handhaaft regels strikt
Met de aanstaande verplichting volgt Nederland Europese regelgeving die streamingdiensten al sinds 2018 verplicht om een deel van hun omzet terug te investeren in Europese landen.
Frankrijk hanteert zo'n wet al een tijdje vrij ruim en verplicht de grote streamers om 20 procent van hun Franse omzet in Europese producties te steken, waarvan 85 procent Franstalig moet zijn. Verder moeten de rechten van die producties in handen van de producenten blijven.
Ook in België, Spanje en Griekenland gelden al vergelijkbare verplichtingen voor streamingdiensten.