Intel: ‘high-end Arc A780 grafische kaart heeft nooit bestaan’
Na Nvidia en AMD begeeft ook Intel zich in het speelveld van grafische kaarten. Het high-end segment laat Intel nu buiten schot, blijkens de verklaring over de Arc A780.
Intel bracht recent zijn eerste grafische kaart voor desktopcomputers uit, de Arc A380. Deze kaart bevindt zich in het lagere segment en moet zich kunnen meten met de GTX 1050 (Ti). Geruchten wezen echter ook op de komst van een Arc-GPU die zich zou kunnen meten met Nvidia’s high-end grafische kaarten, als de RTX 3080. Specifiek zou het gaan om de Intel Arc A780. Intel doorbreekt onverwacht de stilte om de geruchtenstorm te doen eindigen: de A780 heeft nooit bestaan.
Intel Alchemist desktop-gpu’s
Ryan Shrout, verantwoordelijk voor de marketing van Intel’s GPU-divisie, schrijft op Twitter dat de Arc A780 niet bestaat, en “nooit op de planning heeft gestaan”. Daarmee vormt de Intel Arc A770, een grafische kaart waarvan het bestaan is bevestigd, het topmodel van de Alchemist-serie. Voor Intel betekent dit dat het voorlopig enkel in het midrangesegment actief is. Op een gelekte slide voor Intel’s gpu-reeks wordt de A770 namelijk vergeleken met de midrange RTX 3060 Ti.
Op de slide die gepubliceerd is door Wccftech zien we een vijftal grafische kaarten, beginnend bij Intel’s low-end model, de A310. Daarboven vinden we de Arc A380, A580, A750 en A770. Volgens de slide loopt de TDP op tot maximaal 225 watt bij de A770 en A750, terwijl de Arc 300-serie in zijn huidige vorm een TDP heeft van maximaal 75 watt. In de 500-serie ligt de maximale TDP daar tussenin, met 175 watt. Opvallend is dat Intel’s GPU’s vaak een hogere TDP hebben dan AMD’s of Nvidia’s gpu’s. Dit hoeft overigens niet te betekenen dat ze werkelijk meer stroom verbruiken.
Betaalbare grafische kaarten
Intel lijkt AMD en Nvidia voorlopig nog niet voorbij te kunnen sprinten met de Arc-prestaties. De processorgigant lijkt zich daarmee vooral prijstechnisch te willen onderscheiden. Voor een A770, Intel’s RTX 3060 Ti-concurrent, moet straks tussen de 350 en 400 euro worden betaald, terwijl je voor Nvidia’s RTX-kaart minimaal 419 euro betaalt.
Hetzelfde truckje haalt Intel uit bij de A750, die rond de 300 euro moet kosten en een pak lager geprijsd is dan de RTX 3060, die voor ongeveer 440 euro over de toonbank gaat. Voor de A580, Intel’s RTX 3050-concurrent, moet tussen de 200-250 euro worden afgerekend – zo’n 100 euro minder dan bij de 3050.
Tot slot de A380 en A310, die gaan weg voor respectievelijk 125 euro en ‘minder dan 100 euro’. Enkel Nvidia’s GTX 1050 (Ti) is hiervoor eigenlijk direct vergelijksmateriaal, terwijl die kaart al uit 2016 komt. Wel wordt hij nog verkocht voor meer dan 200 euro, dus ruim dubbel de prijs. Of de genoemde prijzen ook zo uitpakken in de praktijk is nog onbekend. Meestal noemen fabrikanten basisprijzen die door slechts enkele fabrikanten worden gehaald. Wil je betere koeling of andere ontwerpen, dan komt dit tegen een meerprijs.