Apple verkoopt recordaantal iPhones en Macs
Apple heeft in het tweede kwartaal van zijn gebroken boekjaar opnieuw meer iPhones en Macs verkocht. De techgigant behaalde een omzet van 97,3 miljard dollar (92,6 miljard euro), het hoogste ooit in de eerste drie maanden van een kalenderjaar.
De techgigant dacht eerder nog dat een ongunstige wisselkoers en de timing van de introductie van apparaten dit jaar mogelijk de verkopen zouden drukken. Dat bleek niet zo te zijn.
Van de omzet was 50,6 miljard afkomstig van de verkopen van iPhones, een toename van 5,5 procent. Ook de dienstentak, waar alles onder valt van Apples extra garantie tot betalingsdienst Apple Pay en abonnementen op streamingdiensten Apple Music en Apple TV+, groeide weer flink.
Die divisie groeit al tijden het hardst voor Apple. Zo zijn er bij de zeven verschillende abonnementsdiensten 825 miljoen klanten, 40 miljoen meer dan eind 2021.
De omzet van de Mac ging met bijna 15 procent omhoog. Ook de Apple Watch en koptelefoons gingen vaker over de toonbank. Alleen van de iPad verkocht het bedrijf er minder. Apple zette in totaal een winst van 25 miljard dollar in de boeken.
Analisten hadden verwacht dat het bij Apple allemaal iets minder zou zijn. Doordat thuiswerken bij veel bedrijven deels of geheel ten einde loopt, zijn er minder nieuwe computers nodig, zo was de verwachting. Dat blijkt dus niet te kloppen. Ook de verwachting dat mensen steeds langer met hun iPhone doen voor ze die vervangen, lijkt niet uit te komen.