Prijs van dagelijkse boodschappen in de supermarkt steeg met 11,3 procent

De dagelijkse boodschappen in de supermarkt zijn een stuk duurder geworden: de prijs steeg ruim elf procent in de afgelopen acht maanden, blijkt uit onderzoek van marktonderzoekbureau Growth from Knowledge (GfK). In reactie op de opgelopen prijzen kopen Nederlanders meer huismerken en gaan ze vaker naar de goedkopere supermarkten.

De onderzoekers doen één keer in de maand boodschappen. Waar ze eind augustus precies honderd euro betaalden voor een winkelwagen met 55 levensmiddelen (zoals brood, fruit, melk, maar ook wijn en tandpasta), betaalden ze deze maand 111,30 euro. Norman Buysse, directeur retail bij GfK: 'Consumenten zijn in ruim een halfjaar tijd 11,3 procent duurder uit.'

Door de Oekraïne-oorlog zeven euro meer per karretje
Sinds Oud en Nieuw stegen de prijzen het meest. De Oekraïne-oorlog zorgde voor 7 euro meer kosten per karretje met 55 producten. Buysse heeft het over een 'forse toename'. 'Een gemiddeld gezin met twee kinderen doet jaarlijks voor 7000 tot 8000 euro aan boodschappen. Dat betekent dat huishoudens al snel een kleine 800 euro duurder uit zijn, zo’n 15 euro per week.'

Nederlanders passen hun koopgedrag aan en kopen meer huismerken, volgens Gfk’s consumentenpanel van 10.000 huishoudens. Het marktaandeel van huismerken groeide sinds begin 2022 met 6 procent en de A-merken daalden met 5 procent. Vooral de lage inkomens (onder 2100 euro per maand) schakelden over op het kopen van huismerken.

Vaker een tripje naar de 'goedkope supermarkten'
Ook doen Nederlanders vaker boodschappen bij de 'goedkope supermarkten', zoals de Aldi, Boni of Lidl. Het marktaandeel van deze supermarkten ging 3 procent omhoog. Dit betekent niet dat supermarkten zoals de Albert Heijn of de Jumbo niet meer bezocht worden. 'Nederlanders bezoeken nu vaker verschillende supermarkten, op zoek naar aanbiedingen.'

Degenen die het wel lastig hebben, zijn de slager, groenteboer en visboer. De omzet daalt nu, in tegenstelling tot de coronatijd. Viswinkels draaiden vorig jaar nog zo’n 30 procent meer omzet, terwijl die nu 24 procent minder is. Bakkers, kaaswinkels en markten hebben hier minder last van en behouden hun corona-omzetten van vorig jaar.