Te weinig sociale huurwoningen in bijna twee derde van gemeenten
Het is een nauwelijks opgemerkte passage tussen alle andere woningmarktplannen die minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening twee weken geleden naar de Tweede Kamer stuurde: in elke gemeente moet minstens 30 procent van alle woningen in de categorie ‘sociale huur’ vallen. Dat wordt een bijzonder zware opdracht, blijkt uit berekeningen van Trouw.
Want bijna twee derde van de gemeenten haalt die 30 procent niet. Vaak zelfs bij lange na niet: 40 procent van de gemeenten heeft minder dan een kwart sociale huur, bijna een op de zeven blijft zelfs onder de 20 procent steken.
Streefcijfer sociale huur is bedoeld voor kwetsbare groepen
Het streefcijfer van De Jonge is vooral ingegeven door zorgen om zogeheten aandachtsgroepen op de woningmarkt: statushouders, arbeidsmigranten, dak- en thuislozen, maar ook ouderen die ooit zorg nodig zullen hebben en studenten. Voor deze specifieke groepen is het vaak extra lastig om een huis te vinden. De minister wil dat 'alle gemeenten een fair share van deze huishoudens huisvesten'.
Aantal sociale huurwoningen neemt af
Volgens Trouw daalt het aantal sociale huurwoningen al jaren - met name de goedkoopste woningen. Dat zorgt voor een krappe markt voor betaalbare huurwoningen, met name voor de kwetsbaarste mensen.
Aedes: minder sociale huur doordat gemeenten corporaties passeren
Volgens Aedes, de vereniging voor woningcorporaties, gaan gemeenten er te vaak vanuit dat ontwikkelaars van goedkope huurwoningen automatisch aan sociale verhuur doen. Bouwopdrachten die voorheen naar woningcorporaties gingen, worden nu steeds vaker aan private partijen gegund, waardoor het aanbod aan sociale huurwoningen langzaam maar zeker dreigt te krimpen.