LimeWire keert na ruim tien jaar terug, nu als NFT-marktplaats
Bestandsuitwisselingsdienst LimeWire keert terug als plek waar mensen NFT's (non-fungible tokens) kunnen kopen, schrijft Reuters. In 2011 sloot de dienst zijn deuren na toenemende druk vanuit de muziekindustrie, omdat het programma illegale muziek verspreidde.
De nieuwe versie van LimeWire richt zich ook weer op muziek. Op de site moeten mensen digitale eigendomsbewijzen voor muziek kunnen kopen. Het bedrijf zegt te gaan samenwerken met de muziekindustrie en artiesten, die er onder meer nummers en demo's kunnen verkopen.
Achter LimeWire zit inmiddels een heel nieuw team, geleid door de Oostenrijkse broers Paul en Julian Zehetmayr. Zij kochten het intellectuele eigendom van het merk vorig jaar. Het nieuwe team heeft naast werknemers in Oostenrijk ook mensen in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
De broers zeggen 90 procent van de opbrengsten aan artiesten te willen betalen. "LimeWire heeft zowat de basis gelegd voor muziekstreaming", zegt het tweetal tegen Reuters. "Het is een klein stukje internetgeschiedenis dat we kunnen ombuigen in iets wat bijdraagt aan de muziekindustrie." Het doel van de broers is om in het eerste jaar een miljoen gebruikers aan te trekken.
LimeWire werd in 2000 opgericht en werd een van de grootste programma's waarmee mensen illegaal muziek, films en series deelden. Op zijn top downloadden 50 miljoen mensen wereldwijd maandelijks bijvoorbeeld een mp3'tje of avi-bestand.
In 2006 werd LimeWire door platenmaatschappijen aangeklaagd. Het programma kreeg de schuld van de afname van muziekverkopen. Vijf jaar later werd LimeWire gedwongen de deuren te sluiten.