James Webb-ruimtetelescoop gaat waarschijnlijk langer mee dan verwacht

De James Webb-ruimtetelescoop die op Eerste Kerstdag werd gelanceerd en onderweg is naar zijn bestemming, zal waarschijnlijk langer meegaan dan verwacht. Dat komt doordat er minder brandstof nodig is voor koerscorrecties, meldt de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA woensdag.

NASA had verwacht dat de telescoop meer brandstof moest gebruiken om op koers te komen voor zijn bestemming, maar de lancering bracht het apparaat al strak op koers. Daardoor blijft er meer brandstof over die de levensduur van de telescoop uiteindelijk kan verlengen.

Met de telescoop zal worden gezocht naar zeer oud licht van sterren en sterrenstelsels die net na de oerknal zijn ontstaan. Ook onderzoekt de telescoop hoe de atmosfeer van planeten buiten ons zonnestelsel eruitziet, wat belangrijk is voor het vinden van eventuele sporen van leven.

De missie van de James Webb-telescoop duurt in principe vijf jaar, maar eerder werd bekend dat hij tot tien jaar verlengd zou kunnen worden, als alles naar behoren zou blijven werken. Nu denkt NASA dat de telescoop mogelijk nog langer dan tien jaar wetenschappelijke metingen kan doen.

De telescoop gebruikt niet alleen brandstof om koerscorrecties toe te passen, maar ook om belangrijke functies voor de missie uit te voeren. Met behulp van de brandstof kan de telescoop bijvoorbeeld de juiste kant op gericht blijven.

Toch worden de komende maanden nog spannend, omdat de telescoop zichzelf in de ruimte moet uitvouwen. "Dat wordt het ingewikkeldste wat we ooit hebben gedaan", zei NASA-technicus Mike Menzel eerder over dat proces, waarbij veel fout kan gaan. De eerste stappen zijn geslaagd, maar het duurt nog zo'n zes maanden voordat de telescoop helemaal klaar is voor gebruik.