Europese inflatie sinds 2008 niet meer zo hoog

De inflatie in de eurozone is deze maand toegenomen tot 4,1 procent op jaarbasis, meldt het Europees statistiekbureau Eurostat op basis van voorlopige cijfers. Sinds juli 2008 was de geldontwaarding niet meer zo hoog. De sterk gestegen energieprijzen zijn de belangrijkste oorzaak van de hogere inflatie. Ten opzichte van vorig jaar oktober werd energie 23,5 procent duurder.

De inflatie stijgt al enige tijd. Behalve duurdere gas, olie en stroom, zijn ook veel andere producten duurder geworden. Fabrikanten rekenen bijvoorbeeld de hogere kosten die zij voor energie kwijt zijn, door. De prijzen zijn ook gestegen omdat veel grondstoffen en bijvoorbeeld transport duurder zijn geworden. Ook die kosten berekenen ondernemingen door.

Tijdelijke effecten spelen mee
Bovendien spelen er tijdelijke effecten mee. In Duitsland stijgt de inflatie bijvoorbeeld hard omdat dat land vorig jaar in de tweede jaarhelft tijdelijk het hoogste btw-tarief had verlaagd. Dit jaar zijn de prijzen van veel goederen daarom sinds juli veel duurder dan een jaar eerder. Dit effect verdwijnt in januari weer uit de cijfers.

'Hoge energieprijzen en problemen in de leveringsketen zullen afnemen'
De inflatie is een belangrijke maatstaf waar de Europese Centrale Bank (ECB) het monetaire beleid op aanpast. Tijdens een rentebesluit eerder deze week gaf ECB-president Christine Lagarde nog aan dat de beleidsbepalers verwachten dat de rente tijdelijk zo hoog is. Ze denken dat zowel de hoge energieprijzen als de problemen in de leveringsketen zullen afnemen.

De kerninflatie, dus zonder de sterk schommelende prijzen van energie, voedsel, tabak en alcohol, steeg met 2,1 procent ten opzichte van een jaar eerder.