Spionagebedrijf SpyFone mag niet meer werken op de surveillancemarkt
De Amerikaanse toezichthouder FTC heeft SpyFone van de surveillancemarkt verbannen. Ook mag de directeur van het bedrijf niet meer in de branche werken. Volgens de FTC heeft de maker van spionagesoftware "stiekem gegevens verzameld en data gedeeld over fysieke bewegingen, telefoongebruik en online activiteiten" van mensen die daar geen weet van hadden.
De toezichthouder schrijft dat SpyFone realtime toegang tot die informatie verkocht aan derden. Daarmee konden kopers naar verluidt live locaties van doelwitten bekijken en meekijken met e-mails, foto's sms'jes en videogesprekken.
SpyFone ontwikkelt een app waarmee ouders kunnen bekijken waar hun kinderen uithangen. In de praktijk worden dit soort apps echter ook vaak geïnstalleerd op telefoons van (ex-)partners om hen te stalken.
Data die SpyFone verzamelde werden volgens de FTC ook slecht beveiligd opgeslagen. Zo werd gevoelige informatie niet versleuteld, waardoor ook niet-klanten mogelijk toegang konden krijgen. In 2018 leidde dat tot een lek bij het bedrijf, waarbij persoonsgegevens van 2.200 mensen op straat kwamen te liggen.
SpyFone en directeur Scott Zuckerman mogen voortaan geen enkele surveillanceapp, -dienst of -zaak meer aanbieden, promoten of verkopen. Mogelijk wordt het bedrijf ook nog strafrechtelijk vervolgd.
Het bedrijf moet alle illegaal verzamelde data verwijderen. Ook moet SpyFone slachtoffers inlichten over de spionageapp die stiekem op hun telefoon was geïnstalleerd.