‘Sociale media moeten nog meer doen tegen nepnieuws’
Sociale media zijn meer gaan doen tegen nepnieuws op hun platforms, maar over bijvoorbeeld politieke advertenties zijn ze nog onvoldoende transparant. De Europese Commissie maant hen daarom in aanloop naar de Europese verkiezingen hun inspanningen op te voeren.
Google, Facebook, Twitter, Mozilla en de advertentie-industrie ondertekenden vorig jaar een gedragscode tegen nepnieuws en desinformatie. Zij hebben nu voor het eerst rapportages ingediend bij Brussel over hun activiteiten.
Met het verwijderen van nepaccounts en het minder zichtbaar maken van misleidende sites gaat het de goede kant op, maar rond politieke beïnvloeding via advertenties moet meer openheid komen. Zo krijgen onafhankelijke onderzoekers nog onvoldoende toegang tot gegevens, aldus Brussel. Ook de contacten met EU-lidstaten kunnen beter.
De sociale media moeten tot de verkiezingen in mei elke maand een voortgangsrapport indienen. De maatregelen die Facebook maandag aankondigde werden positief onthaald, maar het moet net als de andere bedrijven de samenwerking met factcheckers verder opvoeren.
'We hebben nog een lange weg te gaan. Je kan vuur niet met waterpistolen bedwingen', zei EU-commissaris Julian King (Veiligheidsunie).
Onderzoek over nepnieuws
De impact van nepnieuws op de Nederlandse consument is momenteel nog beperkt, maar het is niet vanzelfsprekend dat dit zo blijft. Daarvoor waarschuwen de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en het Commissariaat voor de Media (CvdM) na onderzoek.