Mbo-scholieren gediscrimineerd in zoektocht naar stage in Utrecht
Mbo-studenten worden op grond van gender, migratieachtergrond en religie gediscrimineerd bij het vinden van een stageplek. Dat is vrijdag voor het eerst objectief vastgesteld in onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut. Onderzoekers deden zich voor als 577 fictieve studenten en reageerden op 288 vacatures in Utrecht.
Het onderzoek vond plaats in de sectoren ICT, zorg en welzijn, bouw en techniek en de zakelijke dienstverlening.
Jongeren met een migratieachtergrond hebben minder kansen in alle sectoren, behalve in de zorg en welzijn. Moslimstudenten krijgen minder snel een stageplek in de ICT, maar worden weer bevoordeeld in de zorgsector. Uit de fictieve sollicitaties blijkt verder dat jonge vrouwen meer kansen op een stageplek hebben dan hun mannelijke medestudenten.
De onderzoekers vroegen ook honderden studenten naar hun ervaringen. Daaruit kwam naar voren dat een kwart van de mbo'ers discriminatie ervaart bij de zoektocht naar een stageplek. Vaak hebben zij hierdoor studievertraging opgelopen.
Tijdens de stage ervaart één op de acht studenten discriminatie, aldus het Verwey-Jonker Instituut. In beide gevallen gaat het vooral om discriminatie op basis van opleidingsniveau, het land waar hun ouders of grootouders geboren zijn, geloof, kleding en/of uiterlijk en huidskleur.
Scholen erkennen stagediscriminatie, maar cijfers ontbraken
De scholen erkennen dat stagediscriminatie plaatsvindt, maar doordat concrete cijfers van aard en omvang ontbraken was het voor hen moeilijk om concreet beleid te ontwikkelen. Studenten leggen hun barrières meestal niet voor aan hun docent. De scholen gaan daarom vertrouwenspersonen aanstellen bij wie de studenten kunnen aankloppen.
Verantwoordelijk wethouder Klaas Verschuure is geschrokken van de resultaten. Hij belooft stagediscriminatie gericht aan te gaan pakken. De onderwijsinstellingen gaan met werkgevers in de regio om tafel om tot gelijke kansen te komen.