Meer dan de helft van de bloeddonoren heeft antistoffen tegen coronavirus
Door de vaccinatie tegen COVID-19 hebben steeds meer Nederlanders antistoffen tegen het virus in hun bloed. Zo'n 54 procent van alle bloeddonoren bezit antistoffen die het virus bij een besmetting kunnen uitschakelen, blijkt dinsdag uit cijfers van bloedbank Sanquin. Een maand geleden was dat nog 32 procent. Het is volgens de bloedbank de grootste stijging in een maand tijd tot nu toe.
Dat de toename komt door de vaccins is te zien bij ouderen. Die leeftijdsgroepen waren het eerst aan de beurt om een prik te krijgen. Van de donoren die ouder dan 70 jaar zijn, heeft 90 procent antistoffen. Bij zestigers is dit zo'n 85 procent en bij vijftigers 54 procent.
Ook steeds meer jonge volwassenen, van 18 tot 30 jaar oud, hebben antistoffen. Dit steeg van 30 procent een maand geleden naar meer dan 40 procent nu. Die stijging kan deels door vaccinaties komen, maar ook door mensen die het virus hebben opgelopen en ervan hersteld zijn. Daar doet Sanquin nog onderzoek naar.
Sanquin hoopt dat in juli zo veel mensen immuun zijn geworden dat het virus steeds meer moeite krijgt om nieuwe mensen te besmetten.