UvA mag software om tentamens te surveilleren blijven gebruiken
Het gebruik van software door de Universiteit van Amsterdam (UvA) om tentamens te surveilleren is geen onrechtmatige inbreuk op de privacy van studenten, heeft het gerechtshof Amsterdam dinsdag geoordeeld. Eerder kwam een rechter al tot dezelfde conclusie, maar de studentenraad van de school ging tegen de uitspraak in beroep.
De UvA besloot in mei om de software Proctorio in te zetten om tentamens die in verband met de coronacrisis thuis werden gemaakt te kunnen surveilleren. De software is onder meer in staat om webcambeelden, geluid uit de microfoon, het internetverkeer, beelden op het computerscherm, toetsenbordaanslagen en muisverkeer te monitoren.
De aanklagers voerden onder meer aan dat het gebruik van Proctorio een inbreuk op de privacy van studenten is. De universiteit zou daarom moeten stoppen met het gebruik ervan.
Daar gaat het gerechtshof niet in mee. Het hof oordeelde dat het gebruik van Proctorio door de UvA in verband met de coronamaatregelen noodzakelijk is, omdat sommige tentamens niet op een andere manier afgenomen kunnen worden.
Volgens het gerechtshof voldoet de software aan de eisen van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en gaat het verzamelen en verwerken van gegevens "niet verder dan voor het doel noodzakelijk is". De universiteit mag de software daarom blijven gebruiken.