Gemeenten houden inwoners online in de gaten, protocol ontbreekt
Veel gemeenten houden hun inwoners online in de gaten. Maar vaak is er geen protocol of beleid voor en dat kan leiden tot 'juridisch drijfzand'. Dat meldt Politie en Wetenschap op basis van onderzoek van NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
Het onderzoek is gebaseerd op literatuur, juridisch bronnenonderzoek, groepsinterviews met gemeenten en politie en een online vragenlijst die is ingevuld door 196 gemeentelijke medewerkers, die werkzaam zijn binnen 156 Nederlandse gemeenten.
'Gemeenten niet op de hoogte van juridische kaders'
Van de ondervraagde ambtenaren zegt 95 procent dat hun gemeente aan online monitoring van burgers doet. Meer dan de helft van hen (54 procent) geeft aan daar geen protocol of beleid voor te hebben. Dat is volgens senior onderzoeker Willem Bantema wél nodig: 'Je hebt al snel te maken met een privacywetgeving. Social media zijn weliswaar openbaar, maar het is een misverstand te denken dat je alles mag doen met gegevens die je uit openbare bronnen haalt. Een naam, IP-adres en zelfs een nickname zijn ook persoonsgegevens. Gemeenten weten niet wat ze wel of niet mogen en zijn niet op de hoogte van de juridische kaders als het gaat om online monitoring.'
Ongeoorloofde nepaccounts
De gemeenten gebruiken onder meer nepaccounts, een methode die gemeenten niet mogen gebruiken, meldt de Volkskrant op basis van onderzoek van de NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap.
Gemeenten houden Facebookgroepen, Twitterprofielen en andere sociale media in de gaten om zicht te krijgen op mogelijke ongeregeldheden als rellen en demonstraties. Bijna één op de zes van de ondervraagde gemeenten maakt gebruik van nepaccounts, een methode die alleen politie en inlichtingendiensten onder strikte voorwaarden mogen inzetten. In enkele gevallen gaan gemeenteambtenaren onder valse namen besloten Facebookgroepen binnen.
In juridisch drijfzand door monitoringstools
Gemeenten die willen weten wat er online speelt aan sentimenten komen meestal juridisch niet in de problemen. In dergelijke gevallen worden vooral fenomenen gemonitord, niet personen. Maar zodra technische hulpmiddelen (monitoringstools) worden ingezet om individuen of groepen stelselmatig te volgen, komen gemeenten in juridisch drijfzand terecht, zeggen de onderzoekers.
Driekwart van de ondervraagden denkt overigens dat in hun gemeente het monitoren van burgers wel 'ethisch verantwoord' gebeurt, met name als 'publieke personen' worden gevolgd. Slechts 8 procent geeft aan dat er een protocol wordt gevolgd.
Kwestie speelt ook landelijk
Een soortgelijke kwestie speelt ook landelijk. Onlangs bleek dat medewerkers van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) honderden burgers volgen op sociale media en in strijd met de wet privacygevoelige informatie hebben verzameld.
Reactie Autoriteit Persoonsgegevens
Gemeenten mogen hun inwoners "absoluut niet zomaar" online in de gaten houden, dat mag alleen in uitzonderlijke gevallen en onder strikte voorwaarden. Dat zegt de Autoriteit Persoonsgegevens. 'Wij kennen zo geen voorbeeld wanneer een gemeente dat wel zou mogen', aldus de privacywaakhond van de overheid.
Ollongren in gesprek met gemeenten
Demissionair minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren gaat met de gemeenten in gesprek over het online volgen van burgers. Volgens Ollongren mogen gemeenten tot op zekere hoogte profielen van burgers volgen, zeker als het gaat om openbare profielen. Wel benadrukte ze bij herhaling dat de overheid zich aan de privacywetgeving moet houden. Zo is het voor de overheid niet zomaar toegestaan om nepprofielen aan te maken om mensen of groepen heimelijk te volgen.
Wat de gemeenten doen en hoe ze dat doen, wil ze verder uitzoeken, zei ze in antwoord op Kamervragen van DENK-Kamerlid Stephan van Baarle. Ook andere overheden zullen betrokken worden, waaronder andere ministeries. Zo bleek haar eigen ministerie een profiel te hebben 'dat nieuws van stakeholders volgt' dat volgens haar 'niet duidelijk herkenbaar' was als een account van BZK.
Ollongren wil voor het zomerreces (vanaf 9 juli) de Kamer een brief sturen met daarin in ieder geval een tussenstand van dat onderzoek. Ze zegde de Kamer toe niet alleen te kijken of gemeenten grenzen hebben overschreden, maar ook of er misschien protocollen moeten worden opgesteld of wetswijzigingen moeten worden doorgevoerd waarmee overheden hun onlinemonitoring kunnen verbeteren.