Ruimtesonde VS begint aan twee jaar durende terugreis naar aarde
Een Amerikaanse ruimtesonde begint aan zijn twee jaar durende terugreis naar aarde. De OSIRIS-REx verlaat maandag de ruimterots Bennu, waar het materiaal van de planetoïde heeft verzameld.
Het onbemande ruimtevaartuig heeft een lange vlucht voor de boeg: naar verwachting landt hij pas in september 2023 op aarde. Daarna gaan wetenschappers het gruis bestuderen.
De OSIRIS-REx had in oktober ongeveer 60 gram steentjes en stof opgezogen van de planetoïde Bennu. Dat gebeurde op bijna 333 miljoen kilometer afstand van de aarde. De planetoïdemonsters zijn verzameld in een bakje aan boord van de ruimtesonde.
Wetenschappers willen het gruis bestuderen om een beter beeld te krijgen van het ontstaan van ons zonnestelsel. Ook hopen ze aanwijzingen te vinden over het ontstaan van het leven op aarde. Voor de Amerikanen is het de eerste keer dat ze materiaal van een planetoïde ophalen. Japan ging ze voor met de missies Hayabusa en Hayabusa2.
De motoren van de OSIRIS-REx moeten maandag rond 22.00 uur (Nederlandse tijd) ervoor zorgen dat de sonde wegvliegt van de planetoïde. De terugvlucht duurt ruim twee jaar.
Dat betekent dat het vaartuig niet naar de aarde moet vliegen, maar naar de plek waar de aarde in 2023 staat. Om daar te komen, zal hij twee keer rond de zon vliegen en een afstand van 2,3 miljard kilometer afleggen. Op 24 september 2023 moet de capsule landen in de Amerikaanse staat Utah.
De OSIRIS-REx werd in 2016 gelanceerd. De missie kost ongeveer 1 miljard dollar (ruim 822 miljoen euro).