Kabinet worstelt met verdeling en hoogte van de bonus voor zorgmedewerkers
Het is "een dilemma" hoe hoog de zorgbonus wordt en wie hem moet ontvangen, schrijft demissionair minister Tamara van Ark (Medische Zorg) woensdag in een brief aan de Tweede Kamer. Of de bonus wordt 500 euro netto voor zorgmedewerkers die veel werken met coronapatiënten en veel ziekteverzuim daardoor hebben, of alle zorgmedewerkers krijgen een bonus.
Volgens de minister is er haast geboden bij het nemen van een besluit. Uiterlijk half april moet er een beslissing vallen, omdat de uitvoering anders te veel vertraging oploopt. Ze wil er donderdag over in debat met de Kamer.
De branches die voor de 500 euro netto in aanmerking zouden komen zijn huisartsen en gezondheidscentra, ziekenhuizen, verpleging, verzorging, thuiszorg, ambulancediensten en centrale posten. Hier werken mensen relatief veel met COVID-19-patiënten en is het ziekteverzuim hoog. Medewerkers die niet meer dan 1,5 keer modaal verdienen zouden de bonus kunnen krijgen. Als voor deze optie wordt gekozen, krijgen mensen in de gehandicaptenzorg, ggz of jeugdzorg geen extra geld.
Bedrag afhankelijk van aantal aanvragen
Het kabinet kan er ook voor kiezen om iedereen in de zorg een bonus te geven. Vorig jaar was dat niet zo, maar tijdens de tweede golf hebben volgens de minister alle beroepsgroepen zorg verleend. Het gaat hier om mensen die niet meer dan twee keer modaal verdienen.
Het uiteindelijke bedrag per persoon is afhankelijk van het aantal aanvragen. Van Ark schat in dat het gaat om een bedrag tussen de 200 en 240 euro.
Vorig jaar werd een bonus van 1.000 euro uitgereikt aan zorgmedewerkers. Die was niet voor iedereen bedoeld, maar werd door veel instellingen ruim aangevraagd. Daardoor werd het budget ruim overschreden.
Van Ark wil voorkomen dat dit jaar er weer meer geld wordt uitgegeven dan begroot. In totaal is er 720 miljoen euro beschikbaar. Vorig jaar was dat in eerste instantie 1,44 miljard euro, dat later werd opgehoogd met nog eens 800 miljoen.