Steeds meer bekend over hoe goed coronavaccins verspreiding tegengaan
Coronavaccins voorkomen niet alleen dat je ziek wordt door het coronavirus, er is ook steeds meer bewijs dat coronavaccins goed zijn in het voorkomen dat je het virus nog kan verspreiden. Hoe goed ze exact hierin zijn, is nog niet helemaal duidelijk.
Als je een coronavaccin hebt gehad, moet je je nog steeds aan alle geldende coronamaatregelen houden. De belangrijkste reden hiervoor is volgens het RIVM dat we nog niet zeker weten hoe goed de coronavaccins voorkomen dat het virus zich nog kan verspreiden. We weten hier door onderzoek wel steeds meer over.
Zo maakte het CDC, het Amerikaanse RIVM, maandag de resultaten van een van hun onderzoeken hiernaar bekend. Hieruit bleek dat de coronavaccins niet alleen goed zijn in het voorkomen van besmettingen die klachten veroorzaken, zogenoemde symptomatische besmettingen. Maar, de onderzochte vaccins zijn ook goed in het voorkomen van asymptomatische besmettingen. Dit zijn besmettingen die geen klachten veroorzaken.
Het is belangrijk dat vaccins het aantal asymptomatische besmettingen terugbrengen, omdat mensen die geen klachten hebben wel bij zouden kunnen bijdragen aan het verder verspreiden van het coronavirus.
Hoe kom je erachter of een vaccin asymptomatische besmettingen voorkomt?
Aan het Amerikaanse onderzoek namen bijna vierduizend zorgmedewerkers deel. Ruim de helft van de deelnemers had de volledige twee doses van het coronavaccin van Pfizer of Moderna gehad. Iedere week ondergingen alle deelnemers een coronatest. Als de deelnemers symptomen hadden die pasten bij het coronavirus, moesten ze zich direct laten testen.
Van de coronabesmettingen die tijdens dit onderzoek zijn opgespoord verliep ongeveer 10 procent zonder klachten. Nog eens bijna 60 procent van de mensen die positief testten hadden geen klachten op het moment van testen, maar kregen die later wel.
Uit het onderzoek bleek dat een volledige vaccinatie de kans op een symptomatische of asymptomatische besmetting met 90 procent verlaagde. De onderzoekers benadrukken dat in werkelijkheid de percentages nog iets hoger (maximaal 97 procent) of lager (minimaal 68 procent) kunnen liggen. Grotere onderzoeken kunnen in de toekomst waarschijnlijk een preciezer percentage geven.
Wat laat ander onderzoek zien?
Dit is niet het enige onderzoek dat naar dit onderwerp is gedaan. Maandag publiceerde het Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) een overzicht van de onderzoeken die tot nu toe zijn gedaan naar het effect van vaccins op de verspreiding van het coronavirus.
Het ECDC kwam op basis van al deze onderzoeken tot de conclusie dat coronavaccins symptomatische en asymptomatische besmettingen voor een belangrijk deel voorkomen. Daarom verwachten ze dat door vaccinatie het aantal besmettingen afneemt en daarmee de verspreiding van het coronavirus.
In het overzicht van het ECDC is ook een groot onderzoek uit Israël besproken. Hieruit kwam dat het vaccin van Pfizer 92 procent van de asymptomatische en symptomatische besmettingen met het coronavirus voorkomt.
Uit onderzoek van AstraZeneca kwam dat dit vaccin zo'n 54 procent van de asymptomatische en symptomatische besmettingen voorkomt. Wat dit betekent voor de kans dat jij nog besmet raakt, als bijvoorbeeld een van jouw huisgenoten gevaccineerd is, is nog niet precies te zeggen. De Schotten hebben hier wel al een inschatting van gemaakt.
Ze zagen dat ongevaccineerde mensen die in een huis wonen met iemand die gevaccineerd is met één dosis van het vaccin van AstraZeneca of Pfizer, zo'n 30 procent minder vaak positief testen op het coronavirus dan mensen die in een huis wonen waar niemand is gevaccineerd. Omdat mensen nog op veel meer plekken dan alleen thuis het coronavirus kunnen oplopen, verwachten de onderzoekers dat de vaccins in werkelijkheid nog een stuk beter zijn in het tegengaan van verspreiding van het coronavirus.